13 NOVEMBER 1963.
420
huis in Tuinzicht is gemotiveerd op het rapport Tuinzicht. Hij vraagt
of het niet mogelijk is, dat er ook rapporten komen over Breda-
Noord en Brabantpark om de urgentie en prioriteit van het bouwen
van gemeenschapshuizen in die wijken te kunnen bepalen. Hij vraagt
of deze rapporten ook te verwachten zijn.
De heer KRAMER zegt dat dit voorstel een voortzetting is van
reeds eerder genomen besluiten. Zijn fractie is het eens met de
bouw van ruimtebiedende gelegenheden, die in de verenigingen
wat meer activiteit kunnen doen ontstaan. Hij gelooft.dat het ma
ken van plannen en later het realiseren daarvan stimulerend zal
werken voor de besturen en de individuele leiders van groepen in
de samenleving.
De vraag of Tuinzicht no. 1 moet zijn meent hij bevestigend te
moeten beantwoorden, gezien de bijzondere indicaties, die in die
richting wijzen. Hij vraagt zich af wanneer het gemeenschapshuis
in Tuinzicht gereed zal zijn en wanneer die in Breda-Noord en Bra
bantpark zullen volgen.
Hij vraagt het college of het mogelijk is laatstbedoelde wijken tij
delijk van barakken te voorzien.
De heer QUADEKKER zegt, dat hetgeen in de voorlaatste ali
nea op pagina 3 staat, aansluit bij hetgeen de heer Kramer gezegd
heeft. Voor de eerste aanzet van plan Tuinzicht zou 12.000,-
beschikbaar komen. Voor het bouwen van zo'n huis is dit nog maar
een klein begin zegt spreker en wanneer er dan nog staat, dat er
van die 12.000, - nog iets af zal moeten voor eventueel andere
plannen met betrekking tot de ruimtebiedende gelegenheden en
dat van jaar tot jaar ruimte op deze post gecreëerd zal moeten
worden i? hij bang, dat we met een vijfjarenplan niet uitkomen
en dat het dan echt een lange-baanschuif zal worden.
Mevrouw VAN MIERLO kan met dit voorstel en ook met hetgeen
de heer Van Loon gesteld heeft wel akkoord gaan. Zij vraagt zich
af of het college zich wel gerealiseerd heeft, dat, als dit voorstel
wordt aangenomen en vooral het onder artikel a, het soms heel
moeilijk kan zijn deze volgorde van urgentie aan te houden en dat
er dan een raadsbesluit nodig zal zijn om een andere urgentie te
aanvaarden. Als dit zo is zag zij liever, dat a werd geamendeerd
in deze zin dat de raad wordt voorgesteld de opgestelde urgentie
in principe te aanvaarden.
Wethouder VAN BIJNEN brengt dank aan de raadsleden, die veel
belangstelling voor dit onderwerp hebben en die de nodige kritische
opmerkingen hebben geplaatst.
Hij gelooft, dat de heer Van Loon met betrekking tot het betoog
van de heer Spanjer al heeft aangetoond, dat Breda-Noord al een
stuk verder is met zijn plannen dan Brabantpark. Hij kan zich niet
herinneren of Brabantpark-Driesprong eerder een aanvrage heeft in-