4 DECEMBER 1963. 447 Mevrouw DE BONTE is erg gelukkig met het voorstel omdat zij het vertrouwen heeft dat door het oprichten van deze stichting doel gericht bejaardenwerk zal plaats vinden, dat dit werk beter zal worden dan het is geweest en goed van de grond zal komen. Arti kel 5 van de statuten kan spreeksters instemming wel hebben. De samenstelling van de stichting voldoet aan spreeksters wensen, te meer omdat het betrokken artikel de mogelijkheid openlaat om eventueel de stichting uit te breiden over nog niet genoemde stich tingen of commissies. Over artikel 7 heeft spreekster in de afde ling nog vragen gesteld, maar het daar gegeven antwoord acht zij niet duidelijk. Spreekster vindt het nl. een beetje vreemd dat een grote commissie als deze, een grote stichting met een grote vari atie van verenigingen en commissies hierin opgenomen, niet een eigen voorzitter kan kiezen en dat dit door burgemeester en wet houders moet gebeuren. Spreekster weet niet of burgemeester en wethouders een bepaalde persoon op het oog hebben, waar zij mis schien wel tevreden mede kan zijn, maar zij zou toch wel willen vragen, waarom dit zo gesteld is. De heer VAN CASTEREN acht de status van het instituut niet van overwegende betekenis. Men mag blij zijn dat dit overleg er al zo'n geruime tijd is. Spreker leest dat het omgebouwd gaat wor den van een adviescommissie tot een samenwerkingsorgaan, het geen noodzakelijkerwijze consequenties zou hebben voor de sta tus. Hij moet echter zeggen dat hij daarbij weinig toekomstige taken aantreft waaruit blijkt dat die stichtingsvorm nodig is, of althans rechtspersoonlijkheid. Spreker zal daarom gaarne horen wat de motieven zijn geweest om tot een stichting over te gaan, temeer omdat vorig jaar bij de behandeling van de nota over het maatschappelijk werk is gesteld dat dit overleg op het terrein van de bejaardenzorg mettertijd zou worden ingebouwd in het algemeen overleg ter zake van het maatschappelijk werk. Spreker vindt hier nu een ander beleid. Hij vindt het temeer typisch dat er naar een stichtingsvorm wordt overgegaan omdat de moeder - het algemeen overlegorgaan werd vorig jaar als moeder bestempeld - nog zonder duidelijke status is. Ten aanzien van de statuten heeft spreker nog een concrete op merking. De meeste bestuursleden komen van elders en hun ambts periode is dus afhankelijk gesteld van de instelling, waardoor ze worden afgevaardigd. Het college van burgemeester en wethouders wijst drie tot vijf leden aan en spreker mist de bepaling, waaruit blijkt hoe het met de aftreding van deze leden is gesteld. De heer VAN GASTEL zou aan artikel 5 een punt i willen toe voegen nl. de stichting "Zonnebloem". Deze stichting heeft nl. hier in Breda al lange tijd bij het bejaardenwerk enkele zeer goed lopende comité's en het zou bijzonder prettig zijn als die in deze stichting opgenomen zouden kunnen worden omdat in de instel lingen, die in artikel 5 zijn opgesomd, de stichting niet vertegen woordigd is.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1963 | | pagina 447