448
4 DECEMBER 1963.
De heer VAN DER WERFF merkt op dat de stichting in een ze
kere zin een regularisatie is van een reeds bestaande commissie
van overleg. In het algemeen is in Nederland de organisatie verti
caal maar het is nu zo bijzonder gelukkig dat er een lokale samen
werking komt naast deze verticale gespecialiseerde opbouw.
Inzake artikel 7, punt 4, zal spreker gaarne vernemen of het in de
bedoeling van burgemeester en wethouders ligt daar de woorden
"kan toevoegen" te vervangen door iets in de geest van "zal be
schikbaar stellen" of iets dergelijks.
De heer KRAMER merkt op dat de bejaardensector een belang
rijke sector is. Iedere betere bestuursvorm wordt door hem van
ganser harte toegejuicht. Hij acht het zeer belangrijk dat is om
schreven dat het hier om een samenwerkingsorgaan van particu
liere instelling gaat. Doublures kunnen worden voorkomen op deze
wijze. Spreker acht het verder vermeldenswaard dat de overleg
commissie met het voorstel voor de dag is gekomen om een en
ander zodanig te regelen. Deze grote bereidheid tot samenwer
king van de verschillende organisaties schenkt toch een grote vol
doening, niet alleen voor nu, maar ook voor de toekomst. Het
enige wat vaag ;s gebleven betreft het financiële aspect, maar
mogelijk is dat op het moment nog niet geheel te overzien.
Wethouder VAN BOXTEL memoreert dat mevrouw Van Mierlo
twee opmerkingen heeft gemaakt met betrekking tot de statuten
o. a. ten aanzien van artikel 4. Ter geruststelling van mevrouw
Van Mierlo kan spreker mededelen dat nog eens opnieuw de taal
kundige kwaliteiten van artikel 4 zijn bezien in het kader van de
juridische bedoelingen. Men kan verschillen van mening over de
vraag of de bewoording met of zonder komma's voldoende con
structie heeft om alle juridische aspecten veilig te stellen. Dit
heeft er toe geleid dat burgemeester "en wethouders zeer wel kun
nen instemmen met de door mevrouw Van Mierlo voorgestelde
redactie, zij het dan met een kleine wijziging.
Als mevrouw Van Mierlo daarmede in kan stemmen zoude redactie
kunnen luiden: "De middelen der stichting bestaan uit subsidies,
giften en andere baten".
De term "andere bijdragen" kan worden weggelaten, omdat dit
voldoende in de zinsbouw is opgenomen. Verder "Legaten en erf
stellingen mogen alleen onder het voorrecht van boedelbeschrij
ving worden aanvaard". Dit is dus hetzelfde als mevrouw Van
Mierlo heeft geformuleerd en daarop zullen partijen elkaar wel
vinden.
Ten aanzien van artikel 7 zijner meerdere opmerkingen gemaakt,
althans door meerdere raadsleden en dit vereist toch wel enige nadere
toelichting, met name het punt waarin dus zeer nadrukkelijk wordt
beschreven dat de voorzitter door burgemeester en wethouders wordt
benoemd uit de in artikel 5, lid 2 sub a, gekwalificeerde leden.
Spreker moet eerlijk zeggen dat hij er ook wel enige moeite mede
heeft dit te verklaren.