4 DECEMBER 1963.
455
Uitgebracht worden 39 stemmen, waarvan 35 op de heer Th.
B.Govaart, 3 op mevrouw H.M. van Kempen - Vroom en 1 on
geldig, zodat de heer Govaart is benoemd.
30. VASTSTELLING GRENZEN BEBOUWDE KOM.
31. WIJZIGING OVEREENKOMSTIG INZAKE GEMEENSCHAPPE
LIJKE KUNSTWERKEN.
Overeenkomstig deze voorstellen wordt besloten.
32. VERWERVING VAN ONROEREND GOED.
De heer VAN CAULIL heeft in de afdeling voer openbare wer
ken reeds gesproken over de onder h. vermelde aankoop te name
van Potters. Er is hierbij sprake van een aankoop met vrije ople
vering. Het gaat dus om een uit de pachtneming en de verkoper
dient de gemeente te vrijwaren voor eventuele schadeloosstellingen
die hieruit kunnen voortvloeien. Er is gesteld dat men een ver
gunning zal zien te krijgen van de grondkamer om de grond voor
5 jaar in gebruik te kunnen geven. Spreker heeft dienaangaande
in de commissie reeds zijn bezorgdheid geuit, dat de mogelijk
heid van een verzoek om schadeloosstelling bij de gemeente na
die 5 jaar niet is uitgesproken. Spreker is dienaangaande nog niet
overtuigd. Spreker zal nu, na de behandeling in de afdeling,
waarbij deze zaak uitvoerig is behandeld, gaarne vernemen of de
wethouder iets naders kan vertellen voor wat betreft het ongedaan
maken van de termijn van vijf jaar. Anders zou spreker liever
zien dat het stuk alsnog wordt aangehouden om te trachten zo
danige condities te verkrijgen dat de gemeente niet straks weer
voor een andere vorm van uit de pachtneming komt te zitten.
Wethouder VERMEULEN bevestigt dat inde afdeling voor open
bare werken uitvoerig over dit agendapunt is gesproken. Spreker
meent dat de heer Van Caulil uit gaat van de gedachte dat de ge
meente met de pachter een overeenkomst sluit, maar dit is niet
juist, de gemeente sluit alleen een overeenkomst met de verko
per. Deze heeft op zich genomen deze grond pachtvrij te leveren
en daarbij is dus uitdrukkelijk de voorwaarde gesteld dat wordt
gegarandeerd dat de pachter, die door de verkoper wordt schade
loos gesteld, nog gedurende een bepaalde periode de grond in ge
bruik mag houden. In het voorstel is vrij exact en vrij duidelijk
esteld, dat indien de grondkamer hiertoe toestemming verleent,
e gemeente het gekochte zolang zulks mogelijk is, na verwer
ving, telkens voor een jaar, doch minimaal gedurende een tijd
vak van vijf jaar, zal verpachten aan M.J. Verstegen. Deze man
krijgt geen enkele titel of aanspraak ten opzichte van de gemeen
te in het kader van het koopcontract. Daarin is dus wel begrepen
dat de gemeente aanvaardt dat betrokkene minstens 5 jaar en tel
kens op een jaarcontract de grond zal kunnen gebruiken. De vrees
van de heer Van Caulil dat betrokkene de gemeente te eniger tijd