4 DECEMBER 1963.
457
waarde zou vermoedelijk bereikt worden dat de gemeente even-
tueel nog eens een keer moet bijbetalen, en dit betreft geld dat
nu in de zak kan worden gehouden. Spreker is ervan overtuigd dat,
als de grondkamer toestaat dat de grond voor een jaar in huur wordt
gegeven met een termijn van minstens 5 jaar, de gemeente niet
tot enige schadeloosstelling kan worden gedwongen, aangezien er
in het kader van de pachtwet geen titel is te construeren.
De heer QUADEKKER vraagt of toevoeging aan het contract
van een zin, waarin is gesteld dat na de vijf jaar schadeloosstel
ling van de zijde van de gemeente zal zijn uitgesloten, geen aan
beveling verdient.
De heer VERSCHUREN is toch ook wel bevreesd voor het weer
in pacht geven van de grond. Spreker weet toevallig hoeveel de
pachter ontvangt van de koopsom en dat is ongeveer 40 S 45°/o.
Hij zou het wel vergaand vinden als de pachter in de gelegenheid
gesteld gaat worden straks bij de gemeente nog eens aan te kloppen
om ook nog eens tienduizenden guldens te incasseren. Spreker waar
schuwt er voor dat de pachter de grond zou kunnen omzetten in
tuindersgrond met personeel en dan is de schadeloosstelling niet te
overzien.
Wethouder VERMEULEN antwoordt dat men op deze wijze niet
meer uit de zaak wijs wordt. Hij zal dus trachten te omschrijven
de verplichtingen van de gemeente ten opzichte van de verkoper
van de grond.
Ten opzichte van de verkoper van de grond heeft de gemeente be
paalde verplichtingen op zich genomen en spreker heeft dus al be
toogd dat dit inderdaad zou kunnen leiden tot een bepaalde titel
van de verkoper als de gemeente haar verplichtingen in deze niet
zou nakomen. Deze verkoper heeft ten opzichte van de gemeente
een bepaalde titel en dit is nu eenmaal een punt van overeenkomst
tussen hem en de gemeente. Daartoe heeft de verkoper natuurlijk
zijn redenen gehad; spreker mag aannemen dat hij in het overleg
met de pachter van zijn kant er belang bij heeft gehad dit aan de
gemeente te vragen. De gemeentewas daartoe bereid mits de grond
kamer akkoord gaat met een pachtcontract van jaar tot jaar, waar
bij dus ten aanzien van de pachter geen enkele titel ontstaat op
aanspraak van vergoeding. Hoogstens kan dus de verkoper van de
rond, als de gemeente deze grond binnen vijf jaar nodig zou heb-
en - dit is niet te voorzien - tegen de gemeente zeggen: U komt
de overeengekomen termijn niet na en dat heeft voor mij bepaalde
consequenties. Maar dat is dan ook het enige.
De heer VERSCHUREN: ja, maar dat is nu net het kardinale punt.
Wethouder VERMEULEN: ja, dat weet ik wel.
N De heer VERSCHURENdk vind het toch jammer dat een dergelijke
overeenkomst is gemaakt. De verkoper was misschien wel gedwongen