4 DECEMBER 1963. 459 De heer BROEDERS merkt op dat nu al in meerdere instanties over de zaak is gesproken, maar zou toch nog gaarne een enkel woord er over willen zeggen. Spreker gelooft dat het heel duide lijk is waarover wordt gediscussieerd en dat is, dat er ergens bij de raad een angst ligt dat de pachter ook na afloop van die vijf jaar eventueel nog een vordering kan hebben op de gemeente. Maar de wethouder stelt dat de zaak juridisch ten aanzien van de pachter waterdicht is. Spreker meent dat de wethouder heel sterk moet staan omdat hij dit anders niet zo pertinent tot de raad kan zeggen. Spreker kan er dan ook wei mede akkoord gaan omdat hij op de gedane mededelingen ten volle vertrouwt. Hierin is natuurlijk ver disconteerd dat als ooit de zaak anders uit valt dit de wethouder nog wel eens een keer zal worden verteld. Wethouder VERMEULEN neemt inderdaad aan dat dit zal ge beuren, maar hij zou de raad gaarne vertellen dat de wethouder zich, mede naar aanleiding van de discussie in de afdeling voor openbare werken, terdege neeft georiënteerd. Maar evenmin als een raadslid is de wethouder in dit soort zaken een bij uitstek des kundige. Hij zal zich dan ook zonodig moeten beroepen op de hem ter beschikking staande deskundigen. De VOORZITTER begrijpt dat er vooral bij de landbouwdeskun digen een zekere schroom ten aanzien van deze zaak bestaat, maar, gezien hetgeen de wethouder hieromtrent heeft verklaard, mag toch wel worden aangenomen dat de gemeente geen onver antwoorde risico's neemt. Spreker vraagt of stemming wordt ver langd. De heer VAN CAULIL zou niet willen tegenstemmen omdat de wethouder hem tot op zekere hoogte heeft overtuigd. Wethouder VERMEULEN heeft intussen nog overleg gepleegd met de overige leden van het college van burgemeester en wethouders en hij kan naar aanleiding daarvan de toezegging doen dat burge meester en wethouders ter meerdere geruststelling van de raad over de zaak Potters alsnog het rechtskundig advies zullen inwinnen van Prof. Mr. Dr. Van Wijmen. Hij gelooft dat dan wel alles is ver richt wat redelijkerwijs mocht worden verwacht. Overeenkomstig het voorstel wordt besloten. 33. VERVREEMDEN VAN ONROEREND GOED. 34. BOUWEN EN INRICHTEN VAN DOUCHECEL IN HET PAND VAN METERENSTRAAT la. Overeenkomstig deze voorstellen wordt besloten. 35. VERKOOP VAN WONINGWETWONINGEN AAN DE HUURDERS.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1963 | | pagina 459