16 JANUARI 1963.
45
derde u. 1. o. te realiseren. De reden hiervoor was, dat het van
oordeel was dat een zekere spreiding van dit onderwijs over de
stad gewenst was. Gedacht werd daarom aan een protestants
christelijke school in Breda-Zuid. Verschillende malen is ge
tracht schoolbestuurders ten gemeentehuize te nodigen, omdat
het bekend was dat er een bepaald plan bestond. Activiteiten
bleven echter uit. Het college kan natuurlijk niet garanderen
dat gestart kan worden in een nieuw gebouw. Wel kon worden
gezocht naar een tijdelijke gelegenheid.
Uitgesloten is echter dat het aan burgemeester en wethouders
heeft gelegen, dat niet tot stichting is gekomen. De gedachten
van de heer Kramer hierover zijn derhalve onjuist.
Spreker zal aan een en ander nog een mededeling over nood-
lokalen vastknopen. Hij is nog steeds van mening, dat aller
eerst moet worden gestreefd naar een nieuw gebouw. Een nood-
lokaal heeft de neiging langer te blijven staan dan is bedoeld.
Wellicht dat in dit geval toch zou worden besloten tot de bouw
van noodlokalen omdat niet het risico mocht worden gelopen
dat er voor de opgerichte school geen huisvesting zou zijn.
Het zou noodzakelijk kunnen zijn toch over te gaan tot de bouw
van noodlokalen wanneer niet over bouwvolume kon worden
beschikt. Doch in dat geval moest worden nagegaan of dit de
enige oplossing was en of het stedebouwkundig verantwoord
was tot bouw van noodlokalen bijvoorbeeld in de buurt van
een bestaande school over te gaan. Er waren bij de ter sprake
gebrachte stichting van een derde protestants christelijke
u. 1. o. -school omstandigheden die het voor het college no
dig maakten niet mee te werken aan de stichting van nood
lokalen. Zeker lag het niet in de bedoeling met twee maten
te meten bij de beoordeling of bij de ene school wel, bij de
andere geen noodlokalen mogen worden geplaatst.
Met de opmerking van de heer Kramer dat het gereedkomen
van één school in 1961 veel te weinig is, is spreker het vol
komen eens. Alle moeite moet worden gedaan om een ver
gunning los te peuteren. In bepaalde gevallen is naar Den
Haag gereisd om ten departemente te proberen iets te be
reiken. Daar wordt met een bepaald schema gewerkt en
slechts met heel veel moeite wordt hier iets bovenuit ge
gaan. Te denken is hier aan de school Kameelstraat. Een enke
le keer, maar dat kost veel tijd door gepraat, geschrijf en ge
reis, blijkt iets te bereiken. De centrale overheid is bepaald
niet scheutig.
De cijfers van de vergoedingen ex artikel 101 der lager onder
wijswet, zoals op pagina 33 der nota zijn vermeld, zijn vol
gens de heer Kramer tendentieus te achten. Spreker heeft
echter al gezegd hoe de gemeente de cijfers moet bepalen.
Zij zijn afgestemd op de kosten van het openbaar lager on
derwijs, welke binnen het budget moet blijven. Bij aanvragen
ingevolge artikel 72 der lager onderwijswet verleent het col
lege steeds volledige medewerking. Niet alleen de vergoedin
gen ingevolge artikel 101, maar ook heel belangrijk zijn de