4 DECEMBER 1963.
463
te beantwoordende standplaats aanwezig is. Of in die situatie het
aantal van 90 wagens nog is te handhaven is wel de vraag.
Aannemende dat die noodsituatie zou ontstaan, vraagt spreker zich
dus af of de regeling, die nu wordt voorgesteld, enig nut heeft.
Spreker heeft gezocht naar een andere oplossing en vindt een aan
wijzing in de memorie van toelichting op de wetswijziging, waar
bij artikel 31 a is toegevoegd. Spreker meent te mogen citeren:
"Hoewel van de gemeente redelijkerwijze niet kan worden gevraagd
de capaciteit van een goed ingericht kamp af te stemmen op het
hoogste aantal wagens, dat opeen bepaald tijdstip zou kunnen wor
den verwacht, komt het ondergetekende toch gewenst voor dat ge
meenten zonodig enkele eenvoudige voorzieningen treffen voor een
kort verblijf van woonwagenbewoners buiten het kamp, om bijvoor
beeldeen tijdelijke toenemingvan het aantal wagens door seizoen
invloeden op te vangen. Op deze wijze wordt ook het trekken voor
vele woonwagenbewoners niet illusoir gemaakt".
Spreker zal gaarne willen weten of burgemeester en wethouders zich
ook hebben beraden of hier mogelijk een oplossing ligt voor het
probleem waarover de raad zich op dit ogenblik moet beraden.
De bepalingvan zijn nader standpunt wil spreker in belangrijke ma
te laten afhangen van het antwoord op die vraag.
De heer VAN DER WERFF meent dat er na het betoog van de
heer Bary maar weinig te bespreken overblijft, maar de voorzitter
zal het spreker wei willen toestaan zijn verontschuldigingen aan
te bieden, wanneer hij in de vorige raadsvergadering mogelijk het
reglement van orde zou hebben overtreden. Aan de andere kant
leek spreker een directe beantwoording in zoverre praktisch dat
daardoor eventuele misverstanden of eventueleverontrustinghadéen
kunnen worden weggenomen.
Het zal duidelijk zijn dat de voorgestelde oplossing spreker alles
zins redelijkvoorkomt,vooral wanneer een deelvan de kosteneven-
tueel ten laste van het rijk zou kunnen worden gebracht. De be
lastingbetaler, die via rijk of gemeente in deze kosten bijdraagt
zal deze willen beschouwen als een middel om de trekkende be
volking in betere omstandigheden te brengen en zo mogelijk het
nageslacht op de duur te gewennen aan meer sedentaire en minder
nomadische gewoonten. Die belastingbetaler heeft er dan ook recht
opdat zijn gelden zo goed en efficiënt mogelijk besteed worden en
daarvan kan bij overbelasting van dit terrein so wie so geen sprake
zijn.
Spreker denkt aan de kleuterschool, aan het sanitair en de wasgele
genheid e. d.Daarvan is trouwens in de afgelopen winter, even
eens bij een overbezetting al gebleken. Een dergelijke situatie zal
zich echter steeds voor kunnen doen in het slechte jaargetijde, om
dat de outillage van de woonwagencentra beneden de rivieren veel
beter is dan elders in het land.
Dit is wel een verschil met vroeger toen de marechaussee van de
ze zijde van de grens en de Belgische bewakingsdienst van de an-