468 4 DECEMBER 1963. Spreker kan zeggen dat burgemeester en wethouders zich hierom trent zeer concreet hebben beraden; er is eerstens onderzocht of er ergens in Breda een terrein zou zijn, dat als zodanig zou zijn te gebruiken, welke vraag bepaald negatief is beantwoord. In het ka der van de samenspraak, waarop spreker juist doelde, is meer ten principale uitgepraat of men inde praktijk inderdaad in de richting moet van noodkampen of overloopkampen. Unaniem bestaat in Brabant, voor zover er ervaring is opgedaan ten aanzien van deze kampen, de opvatting dat men dit bepaald niet moet doen. Het is natuurlijk aardig om van achter een bureau en vanuiteen landelijke situatie te redeneren en dit soort gedachten te lanceren, maar aan de andere kant zal men zich toch wel bijzonder veel gelegen moeten laten liggen aan de ervaring, die ter plaatse wordt opgedaan. Zeker wanneer dit binnen een gebied is dat zo hecht op elkaar aansluit ten aanzien van dit soort vraagstukken. Het is sprekers vaste overtuiging dat als het beleid in de richting zou gaan van de oprichting van noodstandplaatsen dan wel overloop kampen, dit in feite zou betekenen het verdubbelen van het aan tal woonwagencentra in de plaatsen, waar ze reeds zijn. Het is be kend dat er heel wat trekkende leden in deze bevolking zijn, die juist de voorkeur geven aan een overloopkamp en die dus liever niet gaan staan op het beter geoutilleerde woonwagencentrum. Daarbij komen nog allerlei vraagstukken als: wie moet er dan een dergelijk kamp bevolken,hoe moetzo'noverloopkamp er uitzien, want het is alleen bestemd voor degenen, die tijdelijk teveel zijn envoor degenen, die zich inde kampen misdragen ofvoor de wan betalers. Dat zijn eindeloze vraagstukken met evenveel juridische aspecten en dan spreekt spreker nog maar niet van de praktische moeilijkheden, die het afdwingen van de situatie telkens opnieuw in het leven roept. Spreker wil er niet al te diep op ingaan want er valt uren over te praten en dat zal bepaald niet de bedoeling zijn van de raad. Het is een vrijwel onoplosbaar probleem, althans waarin het in Brabant verkeert, en dan spreekt spreker uitdrukkelijk van Brabant, want Breda is wat dit betreft bepaald geen uitzondering. Merkwaardig is ook dat steeds meer centra - spreker wil noemen Helmond en Amersfoort - overgaan naar het systeem van de dag - en nachtbe waking en de afsluiting van de centra omdat men in de praktijk ervaart dat, wat men ook aan juridische middelen bij de hand heeft, dit ten enen male niet opgaat omdat men hier met ongelijke par tijen tegenover elkaar staat. Spreker zou het met alle leden van de raad hartgrondig eens kunnen zijn als het zo was dat zowel het bestuur van de woonwagencentra, en dat geldt niet alleen voor Breda, als de bewoners bereid zouden zijn beide de bepalingen, zoals die in de verordeningen van de regionale regeling zijn opgenomen, te respecteren. Het bestuur van de regionale regeling is daartoe wel bereid en zeer positief; de bewoners van het kamp zijn voor een deel daartoe niet bereid. Dan wordt men op hetzelfde moment in een situatie gerangeerd, die men zelf niet wil, maar die wordt op-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1963 | | pagina 468