m
r
469
4 DECEMBER 1963.
om- gedrongen zodat dan maatregelen moeten worden genomen. Maar
of er op het moment van het nemen van de maatregelen komen de gek-
n te ste en dolste argumenten naar voren. Argumenten, die alleen maar
ka- gehanteerd kunnen worden, door iemand die met een zeer bewuste
ten instelling wil ontlopen wat de andere partij rechtens wil en ook rech-
iting tens kan afdwingen. Men kan dan twee wegen kiezen en de keuze
ligt dan nu in laatste instantie hier ter tafel. Men zou de sterke arm
i ten. te kflp kunnen roepen, wat resulteert in een enorme rel-situatie,
niet waarmede niemand is gebaat, of men kan zeggendk breng devoor-
u en zieningen aan, die mij in ieder geval de mogelijkheid geven de si-
m te tuatie inde hand te krijgen en daarna inde hand te houden. Deze si-
nder tuatie menen burgemeester en wethouders in dit voorstel gevonden
.atse ïe hebben. De afsluiting zal in principe gelden wanneer het kamp
t zo vo1 is;is dit niet het geval dan kan de afsluiting, wat spreker betreft,
,Het rustig openstaan omdat hi j ook nu nog voorstander is van zoveel mo-
zou gelijk openheid in de centra. Maar daar waar de situatie geen an-
)op- dere keuze laat is spreker van oordeel dat rustig maar wel kracht
tan- dadig moet worden getoond dat het ernst is met orde, rust, hygiëne etc.
"be- in de centra. Merkwaardig is dat ook het gemeentebestuur van Den
die Haag, waar voor het kamp een maximum is gesteld, aan alle be
sver sturen van de centra in Brabant een bericht heeft toegezonden met
um. het verzoek dit op de publikenta in de kampen op te hangen,
een Daarin wordt medegedeeld dat het kamp in Den Haag geheel vol is
ien, en wordt aan de bewoners van woonwagens, die zich op het grond-
zijn gebied van Den Haag willen vestigen, dringend aangeraden dit na
ran- te laten. Zouden zij dit toch doen dan stellen zij zich aan directie
sche uitwijzing bloot. Spreker wenst het college van burgemeester en
jche wethouders van Den Haag zeer veel sterkte toe.
euw Ten aanzien van de merites van het voorstel zijn geen inlichtingen
gevraagd zodat spreker daarop niet behoeft in te gaan. Spreker meent
r te dat hij, vooral naar aanleiding van hetgeen door de heer Bary is op-
Het gemerkt, hoezeer men voor de landelijke ontwikkeling oog heeft
jant eR die gaarne mede wil blijven beïnvloeden, zich niet kan en mag
rant onttrekken aan de concrete situatie, zoals die zich in Breda mani-
rdig festeert.
en Wat de kosten betreft zal zeker getracht worden bij het rijk verhaal
tbe- t& vinden en zonder dat spreker nu al enige toezegging op dit punt
tijk heeft meent hij toch te mogen zeggen dat daar wel iets uit zal ko-
;eft, men. Daarvoor zijn al precedenten en in Nederland is niets zoveel
ir- waard als precedenten,
van
het De heer BARY wil nog op twee punten nader ingaan. Het eerste
=da, Punt is de beantwoording van de vraag:was er niet eerder in te grij-
die pen. Als spreker het allemaal goed heeft begrepen dan heeft men
lfte na 15 maart 1963 een zeer grote ijver aan de dag gelegd en dan be-
Wel grijpt spreker wel dat het niet eerder geëffectueerd is kunnen wor
den den dan eind november, maar dan blijft alleen de vraag over waar-
it in om men niet onmiddellijk in juni 1962 met de besprekingen is be-
op- gonnen» Spreker was blij ook van de andere zijde van de tafel te