477 11 DECEMBER 1963. Enige tijd later kreeg ik de volgende opmerking te verwerken van iemand die over een bepaalde zaak overleg moest plegen met de gemeente. "Met de wethouder valt wel te praten. M&&r, met de ambtenaren is dat moeilijker en die maken toch uit wat er ge beurt". En nög later werd mij duidelijk, dat ambtenaren wel eens be zorgd kunnen zijn over wat overheidsfunctionarissen in een open bare vergadering zeggen, zönder dat er tussentijds overleg kan wor den gepleegd met de ambtenaren, die de desbetreffende zaak heb ben voorbereid en daaraan regelmatig hun aandacht besteden. Die bezorgdheid is dan kennelijk ingegeven door de overweging, dat vaak de ambtenaren de zaken tot in de details kennen en-wat belangrijker is - de technische en financiële consequenties van toe zeggingen en besluiten tot in de finesses kunnen overzien. Mijnheer de voorzitter. U vraagt zich misschien af, waarom ik mijn algemene beschouwingen over de voor ons liggende be groting op deze wijze ben begonnen. Mogelijk concludeert U reeds, dat op deze wijze geen juist beeld wordt verkregen van de verhou dingen tussen de gemeenteraad, het college van burgemeester en wethouders en het ambtenarenkorps, maar dat op deze wijze een karikatuur van de bestaande verhoudingen wordt getekend. Ik wil dat onmiddellijk toegeven, maar stel dan tevens vast, dat een karikatuur eerst din geslaagd mag worden genoemd, als Ik meen nu, dat in het hiervoor gezegde enkele kenmerken - zij het overdreven - zijn weergegeven van een duidelijk waarneem bare ontwikkeling in onze stadsgemeenschap. Het ambtenarenkorps is sterk uitgegroeid in omvang en de we tenschappelijke en technische deskundigheden en vaardigheden zijn op een steeds hoger plan gekomen. Daarmee samenhangend is de betekenis en de invloed van het ambtenarenkorps. Het college van burgemeester en wethouders geeft dagelijks leiding aan de vele en sterk uiteenlopende werkzaamheden, die in onze gemeente moeten worden verricht, Die werkzaamheid van Uw college mondt uit in een veelheid van voorstellen aan de ge meenteraad, die veel beleidsbeslissingen, met daaraan verbonden financiële consequenties, moet nemen. Verhoudingen en werk zaamheden grijpen op elkaar in. Ik kan U zeggen, dat ik deze ontwikkeling niet betreur. Ik acht haar - zeker met het oog op de toekomst - noodzakelijk in het kader van de dynamische ontwikkelingvan onze stad en de in om vang en belangrijkheid toegenomen taak van de gemeentelijke overheid. In onze tijd tekent zich een ontwikkeling af, die ons allen dui delijk maakt dat we van elkaar afhankelijk zijnjdat we elkaar no dig hebben; dat we op elkaar moeten steunen en dat we alleen in sterk teamverband grote zaken kunnen behartigen. Deze tendens moeten we mijns inziens bewust en positief aan vaarden. Wel zullen we er voortdurend op attent moeten zijn, dat

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1963 | | pagina 477