479
11 DECEMBER 1963.
Het uitgavepeil van onze gemeente zal derhalve binnen niet al
te lange tijd volledig moeten zijn afgestemd op de normale inkom
sten - zbnder garantie-uitkering uit het gemeentefonds -tènzij we
bereid of genoodzaakt zijneen niet-sluitende begroting vast te stel
len.
Door de hiervoor geschetste ontwikkeling wordt het urgenter, dat
al de te nemen besluiten met financiële consequenties duidelijk ge
plaatst worden in het gehele beeld van mogelijkheden en prioritei
ten.
Door de voorlichting bij de begroting en de investeringsnota's
wordt in niet-onbelangrijke mate tegemoet gekomen aan deze op
vatting, maar de investeringsnota's worden de laatste jaren wel erg
laat - ik moet zeggen tè laat - ter beslissing voorgelegd aan de Raad.
Maar zelfs rekening houdend met hetgeen ik hiervoor heb ge
zegd, moet worden betwijfeld of het totaal-beeld van de gemeen-
te-financiën voor de Raad voldoende duidelijk is.
In een gemeente als Breda is dat totaal-beeld immers veel moei
lijker te verkrijgen dan in een kleine gemeente. Met dit gegeven
zullen we rekening dienen te houden.
Ik meen nu, dat hier een belangrijke taak en mogelijkheid ligt
voor de raadsafdeling financiën. Een afdeling die op dit voor onze
gemeente zo belangrijk terrein de Raad van voorlichting en advies
kan dienen.
De afdelingsvergaderingen kunnen het ontmoetingspunt zijn van de
deskundige ambtenaren, de wethouder belast met de dagelijkse
leiding en de speciaal daarvoor aangewezen en geïnteresseerde le
den van de Raad.
Indien de afdeling zich niet beperkt tot het bespreken van voor
liggende voorstellen, maar zich tevens een oordeel tracht te vor
men van de financiële positie van onze gemeente, de mogelijkhe
den en de prioriteiten, dan zou dit m.i. de werking en de besluit
vorming van de Raad ten goede kunnen komen.
Andere afdelingen zullen in diezelfde geest kunnen werken, het
geen de goede verhouding tussen Raad, College en ambtenarenkorps
alleen maar kan bevorderen, maar voor het werk van de afdeling
financiën van de Raad heb ik bij deze begrotingsbehandeling eens
bijzondere aandacht willen vragen, omdat de financiële positie van
onze gemeente m. i. onze bijzondere aandacht vraagt.
Er zijn in dit verband vele zaken te noemen, die onze voortdu
rende aandacht vragen. Dat blijkt ook uit de nota van aanbieding
en het antwoord op het Centraal Rapport,
Hoe zal de verdere uitwerking zijn van de Financiële V erhoudings -
wet 1960? Komt Breda in aanmerking voor verhoging van de uit
kering uit het gemeentefonds door toepassing van de zogenaamde
verfijningsbesluiten en zo ja, welke invloed heeft dat op onze be
groting?
Op welke wijze kunnen de lasten voor Hoogspoorwerken op aan
vaardbare wijze worden opgevangen? Welke ontwikkelingen mogen
er verwacht worden op het terrein van het plaatselijk belastingge-