11 DECEMBER 1963. 480 bied Moet bezien worden of we de uitgaven kunnen beperken, ener zijds door aanpassing aan moderne ontwikkelingen en anderzijds door het voorkomen of afremmen van een streven naar perfectionis me, &f door het uitstellen van door ons allen wenselijk geachte niet- rendabele investeringen We kunnen het keren en wenden zo we willen, maar al wat we willen; al wat we verlangen; al wat we - liefst op zo kort mogelijke termijn- willen doorvoeren, moet betaald worden; moet betaald khnnen worden. Het vraagstuk van de gemeente-financiënvergt de nauwlettende en voortdurende aandacht van de Raad of van een speciaal daar voor aangewezen raadsafdeling. Ik meen dat het aanbeveling zou verdienen, indien de afdeling financiën van de Raad intense aandacht zou kunnen en willen schen ken aan de hiervoor bedoelde vraagstukken. Graag verneem ik hoe Uw College staat tegenover deze suggestie. De hiervoor gegeven beschouwing duidt er reeds op, mijnheer de voorzitter, dat er in onze fractie veel aandacht is besteed aan de financiële positie van onze gemeente. Er kan voldoening zijn over het feit, dan deze begroting sluitend kon worden opgezet. Met de nieuwe wijze van raming van de rente van nieuwe in vesteringen en het achterwege laten van de onverplichte reserve ring winst woningbedrijf A gaat onze fractie akkoord. Ook kan onze fractie er mee instemmen, dat de straatverlich- tingskosten worden ingebracht in de bedrijfsexploitatievan de nuts bedrijven. We realiseren ons wel, dat daarmee een lastenverzwa- rend element voor de burgers wordt ingevoerd in de bedrijfsvoering bij de nutsbedrijven, maar we achten dit in de gegeven situatie ac ceptabel. De verhoging van het rioolrecht voor de grote vervuilers ontmoet in onze fractie wel enige bezwaren. Het hoofdbezwaar is, dat meer dere leden van oordeel zijn, dat aan het voorstel een duidelijke mo tivering ontbreekt. Aanvaard wordt, dat iedereen - dus ook de gro te vervuilers, waaronder er overigens ook zijn die géén vervuild water afvoeren - naar redelijke verhouding dient bij te dragen in de kosten. Uit Uw voorstel en Uw antwoord op het Centraal Rapport kan geen duidelijk inzicht worden verkregen in de verhouding tussen kosten en betalingen van de zogenaamde grote vervuilers. Zo kon b.v. de omvang van de aanslagen in het rioolrecht nog niet worden me degedeeld, omdat nog niet alle gegevens voor de aanslagregeling 1963 beschikbaar zijn. Het vermoeden bestaat, dat door de voorgestelde verhoging een méérinkomsten wordt verkregen, die belangrijk uitgaat boven de geraamde 100.000, Kan het dan zelfs niet zé zijn, dat de méér-opbrengst van 100.000, - -

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1963 | | pagina 480