11 DECEMBER 1963.
484
Is de ontwikkeling in Breda - b. v. in vergelijking met soortge
lijke steden in het westen van het land - bevredigend
De Mammoetwet is nog niet in werking getreden. Als ik het
wel heb kan, vooruitlopend op de wet, toch reeds goedkeuring wor
den gegeven aan experimenten. Zou het geen zin hebben, dat ook
te Breda een zodanig experiment werd ondernomen? Ik denk hier
bij aan het H.A.V.O. -onderwijs voor jongens.
Wil Uw College eventueel een zodanig experiment bevorderen?
Wat mij ook interesseert is of Uw College de ontwikkelingvolgt
op het terrein van het Nijverheidsonderwijs. Juist in verband met
de plannenvoor de gemeentelijke technische school zijnwe daar
bij ten nauwste betrokken.
Hoe zij nu de prognoses voor de ontwikkeling van het leerlingen
tal, de uitgroei van de Katholieke Technische School en de ver
houding van laatstgenoemde school ten opzichte van de Gemeen
telijke Technische School?
LEEST OVER MUZIEK EN BALLETSCHOOL.
ïn mijn algemene beschouwingen had ik - bewust niets opge
nomen over de Muziek- en Balletschool.
Het leek mij voor de hand te liggen dat er binnen niet al te
lange tijd een gerede aanleiding en meer mogelijkheid zou zijn
om over deze kwestie te spreken.
Nadat ik zaterdag in "De Stem" al een aan Uw gerichte brief
had gelezen, ontving ik maandag afschrift van deze brief met een
jaarverslag over het schooljaar 1962/1963.
Als ik het goed zie is door toezending van deze stukken aan de
pers, bevorderd, dat de kwestie opnieuw en op dit moment in de
publiciteit is gekomen.
Die publiciteit is nu voor het bestuur van de muziek- en bal
letschool blijkbaar weer aanleiding om een supplement op het jaar
verslag rond te zenden.
Ik mag aannemen dat dit supplement öbk aan de pers is toege
zonden.
Dit alles wekt sterk de indruk dat het bestuur van de muziek-
en balletschool een grote behoefte heeft aan publiciteit.
Immers het toegezonden supplement handelt over de periode
september 1963 tot en met december 1963.
De tijdsindeling is derhalve volstrekt willekeurig. De fase van
het overleg is - blijkens de bekende gegevens - nog niet afgeslo
ten.
De openbaarmaking van al deze gegevens geschiedt m. i. dan
ook op een zeer merkwaardig en onverklaarbaar moment.
Ik betreur dat, mijnheer de voorzitter, en ik vraag mij af, waarom?
Over toon en inhoud van de rondgezonden stukken wil ik nu niet
spreken.
Wel mag ik Uw College verzoeken om binnen niet al te lange