11 DECEMBER 1963. 490 gelopen periode heeft voorgedaan. De belangrijkste vraag waar Professor Thijsse zich mee bezig houdt is, hoe kan een groei van onze bevolking tot 20 miljoen van ruim telijk oogpunt uit bezien, op aanvaardbare wijze worden opgevan gen. Hij gaat er daarbi j vanuit dat de agrarische bevolking niet gro ter zal zijn dan 1 miljoen d.i. 5"/o van de totale bevolking), zo dat 19 miljoen potentieel tot de stedelijke bevolking zal behoren. Voor wat deze stedelijke bevolking betreft acht hij een sterke "re gionale concentratie van grote schaal" noodzakelijk. Want anders zullen de groene ruimten geheel versnipperd worden en zullen veel van de vestigingskernen van te kleine schaal zijn voor een moderne sociaal-economische en technische exploitatie. Uitgaande van de niet al te gewaagde veronderstelling dat de indus trialisatie zich nog in versterkte mate zal ontplooien, meent hij voorts dat de industrie die niet aan zee gebonden is, zich zal die nen te concentreren in een beperkt aantal steden van belang - gro tendeels moeten dit bestaande steden zijn die reeds een industrieel allure hebben -, steden die tevens op doelmatige en verantwoorde wijze de functie van cultuurcentra kunnen vervullen. Op de kaart van Nederland in het jaar 2000 komt Breda in deze ge dachtegang van Professor Thijsse voor als een stad van 450.000 a 500.000 inwoners. Dit lijkt, op het eerste gezicht, wèl een nogal gewaagde veronderstelling. Toch gaat ook net rapport "De functie van Noord-Brabant in het nieuwe westen" (dat dateertvan 1959) een flink stuk in dezelfde richting. Op pag. 69 van dit rapport wordt de veronderstelling geuit dat "deze dynamische stad", dat is dus Breda, mogelijkerwijze zal groeien tot een 250.000-tal inwoners binnen enkele decennia. Hoe is nu de ontwikkeling in de afgelopen 15 jaar geweest. Op 1 januari 1948 bedroeg het aantal inwoners bijna 86.000, op 1 januari 1963 ruim 113.000. In deze periode van 15 jaar dus een toe name van 27.000 inwoners. Wie deze ontwikkeling heeft meege maakt, weet dat het ruimtelijk beeld van onze stad in belangrijke mate is veranderd. Een groot aantal nieuwe wijken is verrezen en ook het aanzicht van de binnenstad heeft belangrijke wijzigingen ondergaan. Niemand in deze raad zal waarschijnlijk van de veron derstelling uitgaan dat de voor de afgelopen 15 jaar geconstateerde ontwikkeling in de toekomst zal afzwakken. Het tegendeel ligt voor de hand. Het lijkt daarom niet te boud gesproken dat de toename in de komende tien jaar minimaal 20.000 inwoners zal bedragen, terwijl met de mogelijkheid dat Breda in 1980 175.000 inwoners zal hebben, ernstig rekening moet worden gehouden. Na 1980 zal deze ontwikkeling zich ongetwijfeld nog in versneld tempo voort zetten. Het gaat nier om een "schaalvergroting" om dit modewoord hier toch maar weer eens te gebruiken die samenhangt met de eco nomische expansie die zich voltrekt onder invloed van de groeiende economische eenheid van West-Europa. De industrialisatie zal zich in versterkte mate ontplooien als gevolg van de ontwikkeling van

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1963 | | pagina 490