491 11 DECEMBER 1963, onze grote havengebieden. In het licht van deze ontwikkeling kan geheel Nederland worden gezien als één aaneengesloten, gunstig industrieel vestigingsgebied, maar verwacht magworden datde"uit- straling" van de Randstad zich in niet geringe mate zal richten op gebieden zoals West-Brabant, gelegen aan de periferie van de Rand stad. Aan Breda zal daarbij, gelet op de tendens tot regionale con centratie, een zeer grote taak toevallen. Reeds nu zijn de ruimtelijke problemen in de Randstad zeer groot. Hoe moeilijk de situatie inde toekomst zal worden is nog eens dui delijk gebleken op de onlangs gehouden Recreatie-studiedag van de ANWB. In plaats van een Randstad bouwen we aan een Rampstad als we de groene gebieden niet veilig stellen, zo luidde op deze studie dag het oordeel van Ir. Lange, directeur van de P.P.D. in Zuid- Holland. Hij wees er voorts op dat er ruim een jaar geleden door planologen betoogd is, dat er 11 nieuwe parkachtige bossen aangelegd moeten worden ter grootte van het Amsterdamse Bos, waarvan 2 bij Den Haag en 4 bij Rotterdam. Breda daarentegen verkeert in de gelukkige omstandigheid dat het in zijn onmiddellijke omgeving reeds prachtige grote boscomplexen heeft, die overigens ook voor de bewoners aan de Randstad een be langrijke functie vervullen. Breda ligt als stad nog in zekere mate in een "vrije ruimte" en heeft een bijzonder gunstige verkeerslig- ging. Allemaal factoren die, gezien tegen de zo juist geschetste achtergrond, een snelle groei van de stad zullen bevorderen. Er dringen zich in dit verband verschillende vragen op. Zijn wij, als gemeentebestuur, voldoende voorbereid op deze dynamische, ik zou ook kunnen zeggen onstuimige of met de heer Broeders te spre ken ontwikkeling? Om te voorkomen dat Breda in de toekomst"een "rampstad" wordt, is nodig dat wij reeds nu komen tot een weldoor dachte visie op deze toekomstige ontwikkeling. Het uitbreidingsplanin hoofdzaken dateert, naar ik meen, van 1956. Biedt een plan, getoetst aan de situatie van vandaag en de te ver wachten ontwikkeling, nogvoldoende mogelijkheden tot bijv. 1980, in het bijzonder wat de ruimte voor woon- en werkgelegenheid be treft? Daarnaast zullen natuurlijk ook de belangen van de recreatie vei lig gesteld dienen te worden. In dit verband is het in april j. 1. in de Provinciale Staten aanvaarde Streekplan natuurschool- en recre atiegebieden (het eerste van deze aard in ons land ',)van moeilijk te overschatten waarde. Wordt echter door het gemeentebestuur van Breda, gelet ook op de belangrijke functie t.o.v. de Randstad, wel een voldoende actief recreatiebeleid gevoerd?Bij vorige begrotings behandelingen is door het College van burgemeester en wethouders in dit verband o. m. gewezen op het in voorbereiding zijnde rapport van het overlegorgaan planologische vraagstukken, dat thans vol gens een mededeling in het Antwoord van burgemeester en wethou ders in het laatste stadium van voorbereiding verkeert. Zal dit rap port aan de raadsleden worden toegezonden en achten burgemees ter en wethouders "het mogelijk en gewenst dat aan de hand van dit

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1963 | | pagina 491