501 11 DECEMBER 1963. Mijnheer de Voorzitter, Staande, ik zou haast zeggen letterlijk en figuurlijk, aan het be gin van deze driedaagse openbare begrotingsbehandeling, zou ik vooraf gaarne enkele opmerkingen willen maken. Van enige ver eenvoudigingvan de procedure, waarnaar door het seniorenconvent onder Uw leiding ernstig werd gezocht is in feite geen sprake. De suggestie, welke U in Uw antwoord op de gestelde vragen naar voren brengt, n.l.het onderzoek der begroting in de afdeling fi nanciën, kan mogelijk enig soulaas brengen, mits m.i. dit onder zoek niet beperkt wordt,tot het schriftelijk indienen van vragen, doch tevens de gelegenheid biedt een discussie over de proble men te houden. Ik ben zo vrij in te haken op het gezegde van de heer Broeders al zouden de afspraken in het seniorenconvent inzake de begrotings behandeling niet door alle fracties zijn nagekomen. Ik weet niet wat hij bedoelt, maar mijn fractie heeft zich aan de afspraak ge houden, met name de eenmalige indiening der vragen. Ik moge in dit verband opmerken, dat gedurende de voorberei dingsperiode van de begrotings-behandeling, de laatste jaren een steeds toenemend aantal nota's en rapporten wordt geproduceerd. Voor het doorsnee raadslid, dat behalve lid van de raad, ook nog zijn normale dagelijkse plichten heeft te vervullen, betekent dit in deze periode een ernstige overbelasting van de raadswerkzaam- heden. Men begrijpt mij goedswij stellen het ten zeerste op prijs dat Uw college, door middel van nota's e. d. de raad zoveel en zo goed mogelijk wenst voor te lichten. Uw college beschikt hierbij over een staf van terzake kundig per soneel, terwijl het raadslid moet trachten uit de baaierd van ge gevens de grote lijnen weer te vinden. Hoewel het mij uitermate moeilijk voorkomt hierin enige wijzi ging te brengen, meen ik toch goed te doen deze zaken eens in de openbaarheid te brengen. Mogelijk zou enige verlichting ge vonden kunnen worden, door de nota's meer gespreid in de loop van het jaar, ter kennisneming en behandeling toe te zenden. Bovendien zou ik Uw college in overweging willen geven.de raad meer gelegenheid en tijd van studie en overleg te gunnen. Het lijkt er nu vaak op, dat, wanneer een bepaalde zaak bij Uw col lege rond is en in een nota of rapport is vastgelegd, de raad ook maar direct alle achtergronden en motieven duidelijk moet zijn en tot een beslissing c. q. principe-besluit op korte termijn wordt geroepen. Vaak heeft Uw college met zijn staf van ambtenaren maanden of ook wel een jaar nodig, om tot een wel overwogen oordeel te komen, terwijl de raad over dezelfde zaak in 14 dagen of hooguit een maand,de gelegenheid heefteen beslissing te ne men. Wat nu de voorliggende begroting betreft, hoop ik, dat het mij enigermate is gelukt, de grote beleidslijnen, welke naar voren komen, te onderkennen en zal ik dan trachten naar aanleiding hiervan, enkele kritische opmerkingen te maken. Inde eerste plaats dan, stemt het ook onze fractie tot voldoening,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1963 | | pagina 501