505
11 DECEMBER 1963.
bestuurders van alle soorten gemotoriseerde vervoersmiddelen.
Gevolg van één en ander is het in opspraak brengen van de goede
naam van Breda in ons land en daarbuiten en in dat geval een on
nodige verzwaring van de taak van de politie.
Het is om al deze redenen, dat wij deze zaak in onze algemene be
schouwingen willen betrekken.
In dit verband moge ik nog vermelden het schrijven van een aan
tal verontruste vrouwen en moeders, georganiseerd in diverse vrou
wenverenigingen, één dezer dagen aan onze raad gericht.
Als U in Uw antwoord stelt, dat het initiatief tot deze bierfeesten
genomen is, door een plaatselijke industrie, die daarmede slechts
het maken van reclame voor zijn produkt beoogt, dan is dit slechts
ten dele juist. Uit een persconferentie, welke omstreeks begin juni
van dit jaar heeft plaats gehad, blijkt dat deze aangelegenheid me
de georganiseerd werd door de plaatselijk V. V. V. in het kader
van Breda koopstad, waarbij deelnemende winkeliers verplicht wer
den de z. g. Breda-bierfestival vlag op te hangen.
Uit één en ander moge o.i. blijken, dat de door ons gesubsidieer
de V.V.V. toch ook wel enig aandeel in dit bierfestival heeft. Vorig
jaar was dit de commissie stedelijke activiteiten.
Wat nu het verloop van het feest betreft, is toch wel duidelijk ge
bleken, dat door de commissaris van politie een reeks van maat
regelen moest worden genomen om nog ernstiger wanordelijkheden
en ontsporingen te voorkomen, terwijl zelfs gedreigd werd de zaak
te sluiten.
Hier kan men toch moeilijk spreken van incidentele ontsporingen.
Op nog een ander facet wil ik wijzen.
Uit de beantwoording over de door ons gestelde vraag blijkt, dat de
industrie, welke eigenaar is van de z. g. bierhallen, waarin deze
festiviteiten plaats hebben, slechts een zeer matige huur voor de grond
betaalt. Het komt ons voor dat deze huur in geen enkele verhouding
staat tot de revenuen, welke deze industrie het gehele jaar uit de
verhuur voor tentoonstellingen e. d. ontvangt. Is hier sprake van een
verkapte subsidie
In Uw antwoord op het centraal rapport, zegt U het de taak van de
gemeente is op een ordelijk verloop van de bierfeesten toe te zien
en dat preventief optreden slechts gerechtvaardigd is, indien dit leidt
tot ontsporingen op het gebied van de openbare orde en zeden.
Nu kan men van mening verschillen over het tijdstip en de wijze
waarop de normen van openbare orde en zeden worden overschreden.
Het is slechts aan U, mijnheer de voorzitter, als hoofd van de poli
tie, het tijdstip te bepalen waarop U meent.dat dient te worden op
getreden. Dit is volkomen duidelijk.
Wij wensen allerminst de indruk te wekken.dat wij de verhoudingen
niet goed zouden zien. Wij zijn en blijven echter van mening, dat
het peil van deze festiviteiten schade berokkent aan de goede naam
van onze stad en aan de zedelijke volksgezondheid, zeer in het bij
zonder van de jeugd, die voor een groot deel tot de vaste bezoekers
van dit feest behoort. De gevallen van dronken bestuurders van diverse