50
16 JANUARI 1963.
Spreker zegt dat de door de heer Van der Werff gevraagde
specialist juist de heer Kievits is, dat is de man die hetzelfde
soort research-werk zal blijven verrichten. Hij heeft de ze
kerheid dat nu de heer Kievits reeds geruime tijd deze arbeid
verricht, ook in de toekomst eenzelfde succes zal worden be
haald.
Over de oprichting van de 3e protestants-christelijke school
wil hij nog opmerken, dat de stimulans om hiertoe te komen
bepaaldelijk is uitgegaan van het college. De opening zou
zelfs kunnen geschieden in niet direct geschikte lokalen. In
eigen kring was evenwel geen algehele overeenstemming te
krijgen. Spreker hoopt dat er volgend jaar lokalen beschik
baar zijn, wat animo zal opwekken de derde school op te
richten.
Ten aanzien van de ondeugende opmerking van de heer Kra
mer, zegt spreker dat er geen enkel bezwaar is, wanneer een
schoolbestuur uit eigen middelen barakken bouwt. Dit hoort
onder de autonomie van het schoolbestuur. Een en ander
doet niets af aan de bestaande stedebouwkundige bezwaren
tegen de voorgenomen plaats van bouw.
De heer Kramer heeft voorts nog aangevoerd dat de vergoe
ding ingevolge artikel 101 der lager onderwijswet te laag
blijft. Spreker kan hiertegenover stellen dat uit ter beschik
king staande gegevens blijkt dat Breda ruim hoog is. Het
is het college bekend dat met de vergoeding zaken worden
ondernomen die bepaaldelijk niet nodig waren.
Tot slot wil spreker een misverstand uit de weg ruimen in
zake het gemakkelijk toelaten van leerlingen, zoals is ge
steld op pagina 46. Het was niet de bedoeling een bepaalde
school op het oog te hebben, de opmerking was in het alge
meen gesteld.
RONDVRAAG.
De heer VIS vestigt er de aandacht op dat degenen die zijn
aangewezen op ondersteuning door de Burgerlijke Instelling voor
Maatschappelijke Zorg veel ellende ondervinden door de hui
dige koude weersomstandigheden. Door het bestuur van de
B. I. M. Z. is reeds besloten de kolentoeslag voor de duur van
drie weken te verdubbelen. Voor dit gebaar heeft spreker veel
waardering. Hij verzoekt met beëindiging van deze maatregel
niet te snel te zijn.
De heer VIS vraagt de aandacht voor de positie van het ho-
reca-personeel, werkzaam in het gebouw Concordia. Aan het
technisch en administratief personeel aldaar zijn bepaalde toe
zeggingen gedaan. Voor het horecapersoneel zou het eveneens
prettig zijn te weten waar het aan toe is.
De heer VIS vestigt de aandacht op de gladheidsbestrijding
en het sneeuwruimen in de gemeente. Hij heeft de indruk dat