511
11 DECEMBER 1963.
VERRUIMING VAN HET PLAATSELIJK BELASTINGGEBIED:
Uit de door Uw College verstrekte toelichting blijkt dat, wan
neer de definitieveverruimingvan het gemeentelijk belasting
gebied tot stand komt, dit tot een lastenverzwaring zal leiden
voor de eigenaren van onroerend goed. Gezien het landelijk
geraamde bedrag, kan men hieruit afleiden, dat onze Bredase
huiseigenaren gezamenlijk achthonderd duizend gulden jaarlijks
meer verschuldigd zullen zijn. Een niet onaanzienlijke lasten
verzwaring, en waarlijk geen prikkel voor bezitsvorming.
Nu is deze lastenverzwaring mijns inziens overbodig, gezien de
toekomstige enorme winsten, die via het aardgas 's Rijks mid
delen gaan aanvullen. Daar deze winsten grotendeels afkomstig
zullen zijn van de door de gemeenten te betalen inkoopsprijs
lijkt het alleszins billijk ook de gemeenten in de winstdeling
te betrekken, en wel zodanig dat de be-en geraamde lastenver
zwaring achterwege kan blijven. Laat ons dus maar hopen dat
de gasbel voor Gemeente en Sijmen geen zeepbel zal blijken
te zijn.
DECENTRALISATIE:
Deze zaak is weer actueel geworden door een redevoering van
de minister van binnenlandse zaken voor Delftse studenten, en
waarbij zijne excellentie gepleit zou hebben voor het zoveel
mogelijk doen vervullen van Overheidstaken door lagere orga
nen, en dus het openbaar bestuur zo dicht mogelijk bij de betrok
kenen te brengen. Uiteraard onderschrijf ik dit standpunt ten vol
le. Nu heeft de minister echter nog een merkwaardig feit naar
voren gebracht, en wel dit, dat lagere organen, die men meer
verantwoordelijkheid wil laten dra gen, het hebben afgeleerd be
langrijke beslissingen te nemen, en het allemaal maar liever aan
Den Haag willen overlaten. Nu is het zo, mijnheer de voorzit
ter, dat ik mij niet kanvoorstellen dat deze constatering op onze
gemeente van toepassing zou zijn, integendeel lijkt het mij niet
moeilijk een verlanglijstje te producerenvan allerhande zaken,
waarmede wij Den Haag zouden kunnen ontlasten, en ik wil er ook
wel voorbeelden geven van bepaalde verantwoordelijkheden, die
juist de grotere steden voor hun rekening zouden kunnen nemen;ik
noem U de verdeling van het woningcontingent, het honoreren
van een verantwoord investeringsplan met een jaarlijks bouw
volume, hierbij bestemming en prioriteit aan de gemeente over
latend. Het toewijzen van een jaarlijks contingent leslokalen,
wij weten toch zelf het beste waar en voor wie scholenbouw het
meest urgent is, het toepassen van blokverwarming voor woning
wetwoningen, waarbij wij zelf er wel op toe kunnen zien, dat
dit niet leidt tot onaanvaardbare huurverhoging.
Mijnheer de voorzitter, ik ben mij ervan bewust dat, willen wij
tot een begin van decentralisatie komen, dit alleen mogelijk