11 DECEMBER 1963.
518
traging in de uitwerking van de financiële verhoudingswet 1960.
terwijl U zelfs mededeelt, dat na het bekend worden van het fi
nanciële verhoudingsbesluit op dit moment de uitkeringen over het
dienstjaar 1960 nóg niet definitief zijn vastgesteld.
Door diverse gemeenten zijn aanvullende bijdragen uit het gemeen
tefonds gevraagd, doch geen enkele is gehonoreerd. Ik kan mij
voorstellen dat een vóórfinanciering door de gemeente op den duur
te veel geld gaat kosten, en zou willen suggereren, dat onze rela
ties met de Tweede Kamer misschien hierover een duidelijk ge
luid aldaar mogelijk maken, aan het adres van de Minister van
Binnenlandse Zaken, voor wie Breda en zelfs Breda's Raad niet on
bekend is.
De maatregelen, mijnheer de Voorzitter, die Uw College voor
stelt om de begroting "sluitend" te maken, komen, en ik zou haast
zeggen natuurlijk weer neer op een verhoging van lasten voor de
Een oude zegswijze, maar goed Nederlands is: je moet de tering
naar de nering zetten. Doen wij het hier niet juist andersom?
Wèl dreigt de Minister van Economische zaken met het invoeren
van een prijsstop voor diverse artikelen en hij laat het niet bij
een dreiging:celstofiuiers en melkprodukten, wat een combinatie!
maar alles wat zich beweegt op het terrein van Rijks- of Gemeente
heffing, of belasting, of tarieven, zelfs bij semie-overheidsinstel-
lingen (ik noem de spoorwegen) valt hier kennelijk automatisch
buiten.
Uw voorstel tot verhoging van het rioolrecht voor bedrijven en in
stellingen vind ik een typisch voorbeeld hiervan.
Ik zou akkoord kunnen gaan indien U zichzoudt beperken tot wer
kelijke vervuilers, waaronder ik zou verstaan hen die vervuilende
afvalstoven als ctiemikaliën e.d. in het rioolwater brengen, doch
het bedrijf, dat vele kubieke meters schoon spoel- en of koelwater
afvoert vervult m. i. een geheel andere rol dan vervuiling.
Het zorgt voor een vlottere doorstroming van veel water naar het
eindpunt, verdunt de concentratie van het echte vuil en draagt
dus bij tot beperking van het gevaar dat anderen opleveren. Ze n
bedrijf zou in plaats van een boete, zoals voorgesteld, een premie
moeten krijgen!
INVESTERINGSPLAN.
Bij het opstellen van deze regelen waren wij nog niet in het be
zit gesteld van het "gewijzigde* investeringsplan,hetgeen bepaald
jammer te noemen is, daar dit beslist een ruimer inzicht zou heb
ben gegeven in het "algemeen" beleid, als ik het zo mag noemen,
voor wat betreft het verlenen van prioriteit aan het een en het ver
schuiven naar een later tijdstip van het ander.
De afdeling financiën is, onder voorzitterschap van wethouder Meijs