521 11 DECEMBER 1963. mentaliteit van de toekomstige weggebruiker te vormen, en mijn heer de Voorzitter, wanneer een plaatselijk blad, sterk in het plaat sen van minder plezierige kritiek, verdiend of onverdiend, ver meldt, dat bij de opening door deze wethouder van de overdekte handboogbaanvande schutterij "Semper Unitas",tot stand gebracht zonder enige gemeentelijke subsidie, dezer wethouder enkele po gingen deed om een pijl in het doel te laijgen, dan meen ik aan het slot van deze alinea wel te mogen verklaren, dat het deze zelf de wethouder in zijn korte ambtsperiode wonderwel gelukt is vele pijlen in vele doelen te krijgen, waarvoor Breda hem alleen maar dankbaar kan zijn. Voor wat de scholenbouw betreft, is het voor de betreffende wethouder triest te ervaren, dat de bouwvergunningen zo schaars afkomen, doch wij verheugen ons toch in een aantal "nette" barak ken die de grote nood aan lokalen tijdelijk helpen opvangen. Jam mer dat de bouw van de R. K. Vormingsschool voor de Detailhan del "St. Olof', waarvan in maart 1962 het lokale plan is goedge keurd en de toestemming ook aanwezig was om 6000 m2 grond te kopen, moet wachten totdat de U.T.S.welke er vlak tegenaan gaat bouwen, mede de grenslijn wil bepalen. Hiermede is de ur gentie 1963 helaas een holle frase geworden. In de laatste vergadering heb ik, en ik meen terecht, de grote soepelheid en geduld van de wethouder geprezen in een zaak, wel ke een mijner collegae de Unvollendete" noemde. Hierop ingaande na de ontvangen papieren en het artikel in de kran ten wil ik gaarne het idee onderstrepen om straks alles im grossen ganz in de openbaarheid te behandelen. Zijn belangstelling en daardoor positieve instelling voor al hetgeen gepresteerd wordt op cultureel terrein, waarbij de Stadsschouwburg en de Beyerd in één adem te noemen zijn, hebben geresulteerd in opmerkelijke resultaten. Mijnheer de Voorzitter, er zou nog heel veel te zeggen zijn over zeer veel verschillende zaken, die soms geheel, soms gedeeltelijk onder de invloedssfeer van Uw College ressorteren. Ik noem nog een enkel voorbeeld. Wij hebben in Breda een braille-object. Ik geloof dat hier nog wel wat extra aandacht aan zou kunnen worden besteed; niet zo zeer door de wethouder zelve, die beslist overbelast is, doch wel door de daarvoor bestaande commissie, waarvan de leden, wanneer ikwèl ben geïnformeerd, niet ieder jaar persoonlijk éénmaal lijfe lijk belangstelling tonen. De Bescherming Bevolking een noodzakelijk kwaad, zoals dit ook de Militaire Dienst is, zou wat meer genade vinden in de ogen van hen die opkomstplichtig zijn, indien de uren van opkomst volledig actief konden worden doorgebracht. Hieraan mankeert het nog wel eens en dat is jammer. Misschien dat U, mijnheer de Voorzitter,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1963 | | pagina 521