12 DECEMBER 1963.,
527
drijven,, die men zeker niet moet onderschatten,, is in Breda nog
slechts 1 ha., ter beschikking. De directie van de Brim zorgt ervoor
dat ook voor de kleinere bedrijven een behoorlijke plaats wordt ge
reserveerd en het is niet zo dat voor hen alleen enige restantjes over
blijven, Burgemeester en wethouders hechten ook aan de ontwikke
ling van het kleinere bedrijf grote waarde. Dan is er in de Krogten
Zuid nog beschikbaar voor uitgifte 10 ha, Intussen wordt er in de
Emer door opspuiting nog 30 ha. aangelegd en misschien is er een
goede gelegenheid dit binnenkort eens te gaan bezien.
Uit dit alles blijkt wel, en spreker onderstreept gaarne wat de
heer Quadekker daarover heeft gezegd, dat de gemeente dank zij
eigen wervingskracht ondanks ongunst van Den Haag, er in slaag);
zijn eventuele ontwikkeling te verzorgen.
De heren Vis en Broeders hebben gesproken over de binnenstad,
het binnenstadsplan, en allerlei stedebouwkundige zaken. De heer
Vis heeft zijn betoog zeer terecht overigens in een grote rui mte ge
plaatst, Hij spreekt over het jaar 2.000 met naar Prof.Thijsse ver
wacht 450,, 000 zielen. Spreker hoopt dat het nog altijd dezelfde
Bredase zullen zijn, die we nu kenne. Er wordt gesproken over tijd
en ruimte en in die ruimte wordt de Bredase functie ook zeer ruim
gedacht. Hij spreekt over de Baronie, over West-Brabant, over de
randstad en over het Benelux-middengebied. Spreker durft er niet
op vooruit te lopen hoe Breda erin het jaar 2» 000 uit zal zien.
Spreker is dan 90 jaar, maar het is moeilijk om ten aanzien van die
projectie nu al uit te maken wat van dat toekomstbeeld hiervan
"science" en wat "fictron" zal blijken te zijn.
De gedachte om de mensenmassa's niet over het gehele land
willekeurig te verspreiden is aanmerkelijk en lijkt ook wel absoluut
nodig. Wat gezegd is over de planologie en de visie, die we moe
ten hebben in ruimtelijk verband, is natuurlijk veel gemakkelijker
tastbaar en te overzien. Men zou kunnen zeggen dat ons plan in
hoofdzaak beantwoord aan het streekplan van de provincie. Dat wil
zeggen dat de structuurplannen, die hier zijn gemaakt, maar in
zeer kleine mate afwijken van de opvattingen en de dimensies, die
door de provincie aan Breda en omgeving zijn toegedacht. Daarin
zit dus de schaalvergroting, waarover de heer Vis heeft gesproken,
de sub-urbanisatie, die niet alleen door annexaties behoeft te wor
den opgevangen, maar zich ook leent voor gemeenschappelijke re
gelingen op meer dan een terrein.
Sprekende over 450.000 zielen geeft annexatie niet uitsluitend op
lossing, maar men denkt aan het maken van gemeenschappelijke re
gelingen op meer dan één gebied, dus niet voor ieder object een
aparte regeling, want dat zou een onmogelijkherd zijn.
De visie, die de heer Vis heeft, is zeer respectabel en zij wordt
gedeeld door de commissaris van de koningin, door de WEB, door
de raad,, alleen niet door de regering, althans niet door het departe
ment van economische zaken, noch theoretisch, noch praktisch.
Men mag alleen maar hopen dat de huidige minister van economische
zaken, die een nieuwe term* verspreidingsgebieden heeft, in de