530
12 DECEMBER 1963»
ziet men eigenlijk weer de meest tegengestelde opvattingen, want
het gehele vermaaksleven is heden tendage gecommercialiseerd en
geïndustrialiseerd. Men treedt op dit terrein welhaast monopolis
tisch op want volksfeesten zijn hier nauwelijks bekend.
Echte volksfeesten veronderstellen veel gemeenschapszin en aparte
verhoudingen en in die zin zijn kermis en carnaval ook al niet meer
de volksfeesten van weleer0 De industrie en de commercie heeft
zich van dit terrein meestergemaakt en of het nu bier is of film of
mode of strandleven of vreemdelingenverkeer, het is allemaal in
dustrie. In het zuiden kent men een instelling als de K. F. C.die
bij de fabricage van films bepaalde christelijke normen probeert
te handhaven, maar waarvan een ander zal zeggen; ik geloof het
verder wel, we hebben jullie bescherming niet meer nodig, we wil
len vrij zijn. Hier zien we dus een bepaalde bestuurlijke instelling,
die zich afvraagt: wat is toelaatbaar in het christelijke levenspa
troon, en dit drukt men dan uit inde keuze ten aanzien van bepaal
de films. Meerderen vragen bescherming van de overheid in een
bepaald opzicht, en zeggen: dat moet je toch weren.
Anderzijds echter komt men op voor méér vrijheid en losbandig
heid. Dit is precies het omgekeerde. Er is toch eigenlijk een zeer
contradictoire houding, die dan ook specifiek niet bij de meerder
heid van de bevolking en van de raad leeft, maar meer in minder
heidskringen» Spreker is van een kant voor een ruime toelaatbaar
heid ten aanzien het openbaar vermaakslev en, anderzijds is hij ge
lukkig met de Oranjefeesten, hoewel ook daarop kritiek bestaat.
De bierfeesten zijn te populair en de Oranjefeesten zijn misschien
niet populair genoeg.
Nu moet men zich dus hoeden voor al te particuliere benade
ringen van dit soort zaken en daar vooral niet te "standing" in be
trekken, want dit speelt ook nog wel eens een rol. Deze particu
liere, respectabele meningen moet men niet als gemeengoed ver
klaren tot richtlijn voor de overheid» Niet de bierfeesten, maar
overtrokken en vertekende publikaties, zelfs nationale» doen de
naam van de stad schade aan. Als spreker in Den Haag komt en
daar met grote lichtreclames bij de Haagse Courant ziet vermel
den dat er wilde gevechten in Breda plaats vinden dan is dat groot
nationaal nieuws dat iedere Hagenaar behoort te weten. Spreker
kan daar weinig bewonderingvoor uitdrukken en alleen maar zeg
gen dat de keuze, die deze pers doet ten aanzien van haar nieuws-
voorlichting, maar zeer weinig geslaagd is.
Nu zijn er enige en zelfs enige ernstige ontsporingen niet te ont
kennen. Maar daarom zijn de bierfeesten als zodanig nog niet ver
werpelijk. Voor het toelaten daarvan is, ook naar het eenparig
oordeel van burgemeester en wethouders nog steeds plaats. Spreker
zegt uitdrukkelijk "ook" naar het oordeel van burgemeester en wet
houders, want de burgemeester heeft daarbij een bijzondere eigen
verantwoordelijkheid, die hij, als het er op aan komt, wenst en
behoort te dragen, gehoord degenen, die hij in zijn beraad be-