12 DECEMBER 1963.
531
trekt. Dat is uiteraard de commissaris van politie, de justitie en de
wethouders als vertrouwensmannen, maar niet om hier ieder jaar
op het matje te verschijnen en ten aanzien van het overigens res
pectabele college, dat de raad is, in deze rekenschap te geven.
Want de raad weet dat de handhaving van de openbare orde speci
fiek een taak van de burgemeester is.
De ontsporingen, die hebben plaats gehad, moet men plaatsen
in een algemeen verschijnsel van een zekere ruwheidscriminaliteit
in Breda. Het gaat niet aan om nu te spreken over de aantallen pro-
cessenverbaal ter zake van vechtpartijen of blauwe ogen, het is nu
eenmaal bekend dat hier in bepaalde regionen een typische ruw
heidscriminaliteit het gehele jaar door bestaat, en als men dus de
ene groep cijfers naar voren haalt moet men ook de andere cijfers
er naast leggen. Aangezien spreker niet van plan is deze cijfers ter
tafel te brengen, tenminste niet zoals het is voorgesteld, zal men
moeten begrijpen dat er op dit punt geen antwoord gegeven wordt.
Ruwheidscriminaliteit in het algemeen en in bijzondere geval
len een primitief en misplaatst gevoel van solidariteit tussen vader
en zoon hebben dus tot maatregelen geleid, deels repressief door de
justitie en straks door de rechter, deels door preventie van bestuur
lijke aard. Er zijn voor de toekomst richtlijnen opgesteld, in de
eerste plaats strevende naar een eigen ordedienst in de bierhal, waar
voor de organisatoren zelf zorg zullen moeten dragen. De politie
staat daarbuiten, er zal voor moeten worden gezorgd dat er niet te
veel mensen in de hal zijn, door bijvoorbeeld een apart entreegeld
te heffen voor de bierhal. Tenslotte zullen pauzes in de muziek
worden ingelegd. Dit soort maatregelen is al binnen 24 uur na de
ontsporingen genomen en het was gewoon een heel rustig gezelschap
tot een uur. Er is daarna ook niets meer gebeurd. Zonodig blaast
de commissaris een eigen taptoe en spreker is het dus eigenlijk he
lemaal eens met degenen die menen dat er gestroomlijnde bierfees
ten mogen zijn. Maar dat duurt nog even en de gemeente zal in dit
opzicht ook nog een pedagogische taak hebben te vervullen. Spre
ker is wel van mening, dat er geen plaats is voor een pseudo cul
turele aankleding van de bierfeesten. Men kan er natuurlijk aller
lei vermaak van hoger gehalte in proberen te brengen, maar dat
leidt tot een onverteerbare zaak. De bierfeesten moeten een iet
wat primitief, maar zeer gezellig samenzijn blijven en dat moet
men niet cultureel proberen te versieren. Daarvoor is volop gele
genheid bij andere gelegenheden als zomerfestival en Oranjefees
ten, die zich daarvoor veel beter lenen dan dit mengelmoes van
cultuurbeoefening en bierdrinken.
Dan moet spreker ook oog vragen voor de winstpunten, die er
zijn, er waren 100.000 bezoekers, waarbij de attenties voor de be
jaarden, de zieken, en de kindermiddagen zeer goed verzorgd wa
ren. Van de Havermarkt, waar de Botermertfeesten werden gehou
den, zijn in het geheel geen wanklanken gehoord.
Spreker moet ook nog iets zeggen over de plaats van de bier
feesten, want ook in het ziekenhuis heeft men wel even de wenk-