532 12 DECEMBER 1963. brauwen gefronst. Spreker neemt aan dat het lawaai zal verminderen wanneer de congreshal gereed is; door de accommodatie, die daar wordt geschapen zal ook de stijl wel veranderen. Maar de raad mag niet vergeten, dat het terrein eigenlijk in principe is aangewezen als kermisterrein, en als nu ooit iets het ziekenhuis zou kunnen gaan hinderen in veel grotere mate dan nu het geval is, dan zou dat wel de kermis kunnen zijn. Dat moet dan later maar eens worden be zien; ook het lawaai langs de singel zal ongetwijfeld het zijne bij dragen tot de omstandigheid dat bepaalde ziekenzalen minder ge schikt zijn voor zware patiënten, hoewel het dan nog geen Dijk- zicht in Rotterdam is. Spreker meent dat dit alles bijeen toch geen ernstig argument zal opleveren om nu de bierfeesten maar af te gelasten uit een oogpunt van respect voor zieken. Wat het verkeer betreft wordt steeds gesteld;alcohol in het ver keer is het allerergste wat bestaat; spreker zou durven zeggen dat in ieder geval geenszins is gebleken dat nu dank zij de bierfeesten het aantal verkeersongevallen door misbruik van alcohol is toege nomen. Veeleer is het slechte humeur van de weggebruikers oor zaak van verkeersongevallen. Trouwens de cijfers van het aantal ongevallen tengevolge van dron kenschap en alcoholmisbruik is van 1962 naar 1963 van 2,3naar 1|% teruggelopen. In Breda loopt het cijfer dus gelukkig terug tot de helft. Maar het niet verlenen van voorrang, te hoge snelheid hinder bij afbuigend verkeer, 30,18 en 14% van de 423 verkeersslachtoffers, inhalen, voetgangers, dit zijn op 1|% na de werkelijke oorzaken van de on gelukken hier ter plaatse, en ook landelijk is dat het geval. Dan nog de financiële zijde van de zaak. De heer Kroon heeft in dit verband gesprokenvan een verkapt subsidie. Spreker wil zeg gen dat de brouwerij allesbehalve inkomsten heeft uit deze feesten, terwijl deze tienduizenden guldens kosten plus alle naargeestige en nadelige kritiek daarop. Op de tweede plaats is zij een bron van inkomsten geweest vooreen bedragvan 10.000, - aan vermakelijkheidsbelasting en op de der de plaats betaalt men per maand 50,- precariorechten voor het staan van de hal, of ze gebruikt wordt of niet. Ze wordt nog voor allerlei culturele en commerciële doeleinden bruikbaar gemaakt. Aanvankelijk was het plan dit bedrag bij incidentele manifestaties hoger te stellen, maar burgemeester en wethouders zijn daar later op terug gekomen. Voor de rest betaalt men nog de normale rech ten voor spandoeken, wegwijzers en reclameborden. In dit opzicht kan er dus van een verkapt subsidie geen sprake zijn en men kan eerder zeggen dat er zeker 10 3 15 duizend gulden in de gemeen tekas zijn gevloeid. Spreker hoopt hiermede het inzicht in deze moeilijke materie te hebben bevorderd en ook dat er nu aan de eindeloze besprekingen in deze raad over deze kwestie een einde zal komen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1963 | | pagina 532