12 DECEMBER 1963.
543
zich te herinneren dat men toen uit ging van een getal van 2.000
tot 2.200 leerlingen en daarbij ging men in die tijd nog uit van een
pedagogisch maximum voor nijverheidsscholen en lagere nijverheids
scholen van 500 600 leerlingen. Dat betekent dat men toen bij
het plan tot het bouwen van technische scholen is uitgegaan van de
gedachte dat er naast de gemeentelijke technische school plaats
was voor een eerste katholieke technische school. In die tijd sprak
men dus van het pedagogische maximum van 500 tot 600 leerlingen
per lagere technische school.
De techniek is zeer dynamisch en ontwikkelt zich voortdurend en
een van de nieuwe inzichten die zich in deze zes jaar voordeed was
dat men vooral op landelijk niveau tot de overtuiging kwam dat het
gewenst zou zijn het pedagogisch maximum op te voeren, althans
dat er minstens geen enkel bezwaar tegen bestond,indien men de
ze technische scholen zou omvormen tot grotere eenheden. Buiten
de directe bemoeiing van het gemeentebestuur om is de oorspronke
lijk ontworpen katholieke technische school van maximum 650 leer
lingen omgezet ineen school met een veel grotere capaciteit.nl.
van 1.000 tot 1.200 leerlingen. Dat heeft tot gevolg dat, waar oor
spronkelijk werd gedacht naast de gemeentelijke technische school
een katholieke technische school van ongeveer gelijke grootte met een
uitbreidingsmogelijkheid naar een tweede technische school, nu de
vraag kan worden gesteld of er voor de gemeentelijke technische school
voldoende leerlingen over blijven. Spreker gaat op dit punt even
dieper in omdat deze aangelegenheid toch ter sprake komt wanneer
gesproken gaat worden over de bouw van een nieuwe gemeentelijke
technische school. Daar hoort een lokalenplan bij, men zal moeten
weten wat voor vakken er worden gegeven, en het ligt voor de hand
dat er natuurlijk een verdeling moet zijn tussen de katholieke tech
nische school en de gemeentelijke technische school. Op dit ogen
blik is er nog overleg gaande met het bestuur van de Katholieke
technische school om tot een goede verhouding te komen en er wordt
naar gestreefd dat er in ieder geval een voldoende grote gemeen
telijke technische school blijft, die een levensmogelijkheid heeft,
en waarin dus voldoende vakken behouden blijven. Spreker hoopt
dat de gesprekken, die hierover worden gevoerd, en de contacten
zullen leiden tot een resultaat, dat te gelegener tijd aan de gemeen
teraad en aan de hogere instanties in Den Haag kan worden overge
legd.
DeheerVis heeft inverband metdedoor hem aangehaalde prog
noses voor het jaar 2.000 gewezen op de toenemende taak van de
overheid en de daaraan verbonden verantwoordelijkheid. Hij wijst
daarbij plaatselijk dan op de taak van de culturele werkgemeen
schap, op de noodzakelijkheid van een verkeerstuin voor het ver-
keersonderwijs. De opmerking inzake de culturele werkgemeen
schap moet spreker onderschrijven en het is ook daarom gewenst
dat is gezocht naar verruiming van de taak door het samenbrengen