12 DECEMBER 1963.
545
ta dan de heer Kroon waarschijnlijk bedoelt. Want er is nl. ook in
het antwoord op het centraal rapport gesteld dat de nota in voorbe
reiding is, maar dat is de nota betreffende algemene voorwaarden,
een verordening, waarin de algemene voorwaarden ten aanzien van
de subsidieverlening zouden moeten worden vervat. Het is nl. merk
waardig dat er in Breda een dergelijke verordening niet bestaat. Het
concept van een dergelijke nota is al regelmatig onderwerp van
studie geweest en men kan zich voorstellen dat daarbij vragen ten
aanzien van het subsidiebeleid aan de orde komen.
Het houden van algemene beschouwingen over het subsidiebe
leid is gestrand omdat er ten aanzien van dit onderwerp zoveel the
orieën zijn en zoveel mogelijkheden dat men niet kan komen tot
het afronden van diverse nota's,
De algemene nota inzake de subsidievoorwaarden is binnen niet al
te lange tijd te verwachten.
De heer Kroon heeft nog gewezen op het gebrek aan ruimten
voor het onderwijs; daarover zijn nota's aan de raad verstrekt en
daaruit blijkt wel dat burgemeester en wethouders gaarne op zo
veel mogelijk manieren ruimte willen winnen, zodat in geen ge
val kinderen op straat komen te staan. Onlangs is bovendien over
gegaan tot de bouw van noodlokalen. En nu zegt de heer Kroompas
op dat men niet verslapt wat betreft de definitieve voorzieningen.
Het is een waarschuwing, die met plezier wordt geïncasseerd, maar
die overigens toch niet nodig is omdat inderdaad wordt getracht de
ze voorzieningen te bewerkstelligen. Maar burgemeester en wet
houders zijn met handen en voeten gebonden en het wachten is op
rijksgoedkeuringen, waarbij dan ook de winter nog als spelbreker
op kan treden.
De heerMelzer heeft in zijn beschouwingen gesproken over cul
tuurspreiding door de gesubsidieerde instellingen. Het is juist de be
doeling van burgemeester en wethouders geweest bij het subsidiëren
van de bekende provinciale instellingen op het terrein van spreiding
te bereiken dat de subsidies ook worden gebruikt voor de doeleinden,
waarvoor ze zijn gegeven. Dat heefter mede toe geleid dat het toe
kennen van subsidie en het bepalen van de bedragen daarvan zal
geschieden door het overlegorgaan tussen de grote gemeenten en
de provincie, waarbij juist met name in de begroting en in de reke
ning en verantwoording op het zakelijk karakter van de uitgaven
wordt gelet.
Spreker kan er natuurlijk niet aan voorbijgaan dat de heer Mel-
zer ten aanzien van de muziekschool enige dingen heeft gezegd van
bepaald onvriendelijke aard en een van de zaken, die hij daarbij
heeft gesteld is, dat de wethouder bepaalde argumenten heeft aan
gevoerd om de raad te overtuigen.
Nu moet spreker in deze openbarevergadering zeggen dat de open-