12 DECEMBER 1963.
553
in andere sectoren dan in die van de arbeidsbesparende bouw. Er
zijn nl.in Breda een vrij groot aantal kleine en middelgrote bouw
ondernemingen, die in het bouwbeleid tot voor kort een vrij belang
rijk aandeel hebben gehad en die dus ook in het tot stand gekomen
woningbezit van de naoorlogse tijd een vrij groot percentage voor
hun rekening hebben genomen, terwijl zij uit een oogpunt van om
vang en uit hoofde van hun toch andere functie, niet geschikt zijn
of niet in aanmerking komen om deze grote projecten te gaan op
zetten» Er zijn een vrij groot aantal plannen, die door deze onder
nemers geruime tijd geleden zijn ingediend, die op rijksgoedkeu
ring wachten en die door het continubouwcontract achterop zouden
raken.
Er is getracht voor deze ondernemers het gehele contingent in de
ongesubsidieerde sector beschikbaar te houden. Nu is in de ont
wikkelingvan het plan het aantal daarvoor benodigde vrije sector
woningen groter geworden dan de 3 x 85; in het plan zijn nl. 372
woningen opgenomen, zodat het tekort moet komen uit het nor
male contingent. Spreker weet niet hoe groot het contingent voor
volgend jaar zal worden, maar men zou wellicht kunnen rekenen
opeen toekenning van 140 eenheden. Getracht is nu de kleine bou
wers toch aan de gang te houden door bij de centrale overheid, zo
wel op departementaal als op provinciaal niveau, te wijzen op de
continuïteit in het bouwen, welke niet alleen zou dienen te gelden
voor de grotere bouwers, maar ook voor de kleine firma's. Als be
reikt zou kunnen worden dat in verband met de huidige bouwcapa
citeit aansluiting zou kunnen worden verkregen tussen aflopende
plannen en nieuw aan te vangen plannen zou de totale produktie
aan woningen nog kunnen worden uitgebreid. Spreker kan de raad
toezeggen dat burgemeester en wethouders op dit punt hun
best doen; hierover is contact met de landelijke bond van bouw
ondernemers, terwijl daarover met de minister is gesproken. De
minister heeft deze zaak op zijn departement aanhangig gemaakt
en uit navrage aldaar blijkt wel dat daar de zaak niet wordt losge
laten. Burgemeester en wethouders voelen zich bij dit alles gerug-
gesteund door een rapport, dat is opgesteld door de stichting Ratio-
bouw over de mogelijkheden en de beschikbare bouwcapaciteit in
Breda. Hieruit blijkt dat de bouwcapaciteit naar het oordeel van
Ratiobouw, gebaseerd op de cijfers uit het verleden, zonder over
spanning van de arbeidsmarkt belangrijk hoger kan worden gesteld
dat de contingenten toelaten. Spreker meent hiermede antwoord
te hebben gegeven op de vraag van de heer Broeders aangaande wat
nu eigenlijk voor Breda als voordelen gelden van het bouwbeleid
dat door minister Bogaerts in zijn bouwnota aan de orde is gesteld.
In zijn bouwnota heeft de minister ook verder gesproken over het
afstemmen van het toewijzingsbeleid op de bouwcapaciteit, terwijl
voorts is genoemd de activering van de potentieel aanwezige bouw
capaciteit. De produktie-overwegingen zijn naar sprekers oordeel
o» a. het beschikbaar hebben van bouwrijpe grond. Spreker gelooft