556 12 DECEMBER 1963, er mogelijk van de zijde van de gemeente iets tegenover moeten staan. Het openbaar vervoer waarover de heer Vis heeft gesproken, is een bijzonder belangrijke zaak; burgemeester en wethouders hebben regelmatig contact met het bedrijf, dat dit vervoer verzorgt en men mag daarbij niet uit het oog verliezen, dat zoals de situatie nu ligt, dit nog altijd een rendabel bedrijf is, en dat men in Bre da nog niet zover is dat het openbaar vervoer zodanig om verzor ging vraagt dat daarop desnoods verlies mag worden geleden. Spre ker heeft het gevoel dat men inderdaad doet wat mogelijk is; men moet er oog voor hebben dat ook in dit bedrijf de personeelsmoei- lijkheden een extra rol medespelen. Overigens is spreker eveneens van oordeel dat aan dit vervoer door burgemeester en wethouders aandacht moet worden geschonken. De heer Vis heeft ook de mening gevraagd over de parkeerschijven en wat burgemeester en wethouders ter zake denken te gaan doen. Spreker kan daar nog geen definitief antwoord op geven, maar hij kan wel zeggen dat burgemeester en wethouders voorshands nog geen aanleiding aanwezig achten om hiermede in Breda te gaan beginnen. Het zou kunnen zijn dat burgemeester en wethouders in de loop van het jaar tot andere inzichten komen, maar op het mo ment wordt dat niet verwacht. De heer Vis heeft ook nog gevraagd naar keuzewoningen; spreker moet mededelen dat daarmede in het verleden geen al te beste ervaringen zijn opgedaan. De mogelijkheden zullen worden afge tast, maar de woning, die in Breda zeer efficiënt werd gevonden, nl. de Blauwe Keiwoning, en die qua stichtingskosten lager lag dan die van woningen in een andere gemeente, die wel als effi ciënt werden erkend, heeft dit predictaat niet gehaald. Spreker hoopt nu maar dat het in het vervolg wat gemakkelijker zal gaan. De heer Melzer heeft nog gesproken over het hoogspoorplan, spre kermeent dat ook de heer Broeders dat heeft gedaan. De heer Mel zer heeft aan de hand van de ter visie gelegde stukken geconclu deerd dat er ten aanzien van de kostenverdeling sprake is van een zekere willekeur. Spreker zou dit niet geheel willen ontkennen; het gaat hier over een element dat niet is verdisconteerd in de ob jectieve uitkeringen, die de gemeente krachtens de financiële ver houdingswet toekomen. Wil het hoogspoorplan gereed komen dan zullen op een of andere wijze middelen moeten worden gevonden .buiten dë 10 miljoen, die daarvoor in het investeringsplan zijn op genomen. Burgemeester en wethouders zijn meerdere malen over deze aangelegenheid ten departemente geweest. Er is met de mi nister gesproken, ook met verschillende hoofdambtenaren, de pro vinciale griffie is ingeschakeld en de ervaring, die bij dit alles is opgedaan is deze dat iedereen, waarmede is gesproken, van oor deel is dat het plan een extra last legt op het budget van Breda en

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1963 | | pagina 556