560 12 DECEMBER 1963. adviezen van de afdeling personeel, behandeld in een commissie, die uiteindelijk verantwoordelijk is voor de promoties, die aan de orde zijn. Spreker meent dat er voldoende inspraak is van zelfs de laagste leider over personeel met betrekking tot het oordeel over de promotievoorstellen. Bij deze voorstellen kunnen ook voorstel len worden gedaan inzake gratificaties e.d. Spreker is er zich van bewust dat ook deze methode niet feil loos is, maar is het toch wel zo dat degenen, die tot oordelen bevoegd zijn ook hun oordeel mogen geven. De heer Broeders heeft voorts opgemerkt dat de gemeente ten aanzien van de beloning van het personeel afhankelijk is van het beleid van de rijksoverheid. Dit moet worden erkend, en zo wordt op dit moment afgewacht hoe het beleid van de minister zal zijn met betrekking tot de salariëring van het personeel der gemeenten. Dit neemt niet weg dat burgemeester en wethouders zich al voor de voorstellen van de minister in de openbaarheid kwamen, hadden beraden op welke wijze er nog mogelijkheden zouden zijn te vin den voor het personeel, dat weliswaar niet minder wordt betaald dan het officiële niveau toelaat. Dit omdat het toch langzamer hand te moeilijk wordt om vooral in de lagere regionen der bedrij ven het personeel aan te trekken dat nodig is. Dienaangaande was overleg gaande tussen verschillende grotere gemeenten. Nu door kruisen de voorstellen van de minister op een plezierige manier de gemeentelijke gedachten op dit punt. Afgewacht dient nu te wor den hoe het nu zal gaan met de bezoldiging van dit personeel en hoe de werfkracht daarna zal uitvallen; zonodig is dan nog te be zien of er afwijkingen van de rijksregeling dienen te worden ge troffen. Tenslotte heeftde heer Broeders gevraagd of het mogelijk zou zijn de raad te betrekken in een beraad over het personeelsbeleid in hoofdzaken. Het lijkt spreker moeilijk te realiseren het complex van problemen dat betrekking heeft op het personeelsbeleid in een voltallige vergadering van de raad of met een commissie daaruit te bespreken. De heer Broeders is ongetwijfeld op de hoogte van het feit dat het personeelsbeleid voor een groot gedeelte is onder worpen aan regels en dat dienaangaande overleg met het georga niseerd overleg is voorgeschreven. In deze commissie wordt niet alleen over de salarisvoorwaarden, maar ook over andere punten van het personeelsbeleid gesproken. Vooralsnog achten burgemees ter en wethouders het niet mogelijk om de belangrijkste punten van het personeelsbeleid met de raad te bespreken, vooral van wege het risico van casuïstiek. Dit soort punten van het beleid zou den burgemeester en wethouders toch wel graag in eigen hand wil len houden, waarbij overigens beslist het aangewezen orgaan:het georganiseerd overleg blijft ingeschakeld. In dit orgaan is ook de raad in ruime mate vertegenwoordigd.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1963 | | pagina 560