566
12 DECEMBER 1963.
mogelijk is de begroting te accepteren, terwijl de mogelijkheid
open gehouden wordt voor de afdeling voor de financiën om later
nog uitvoerig over het investeringsplan van gedachten te wisselen
en dat de definitieve vaststelling ervan op een later tijdstip aan de
orde wordt gesteld. Spreker meent, dat de behandeling anders te
geforceerd zou moeten plaats vinden en hij vraagt ook de andere
fracties hiermede rekening te willen houden.
Wat de procedure van de begrotingsbehandeling betreft meent spre
ker, dat het college wel begrepen heeft, dat zijn fractie ernietvoor
is de begrotingsbehandeling te verschuiven naar de afdeling voor de
financiën. Hoe dat in de toekomst moet gebeuren weet hij nog niet,
doch hij wenst zich thans nog niet te binden voor een reeks van ja
ren. Wel is spreker wethouder Meijs erkentelijk voor diens toezeg
ging, dat de afdeling voor de financiën sterker bij de bespreking en
de beoordeling van het financieel beleid zal worden betrokken.
Hij is het met de wethouder eens, dat nu nog geen toezegging ge
daan kan worden in welke vorm dat zal gebeuren. Hij zal nog graag
vernemen hoe andere fractievoorzitters daarover denken
Spreker is blij met de gedane mededelingen over de ontwikkeling van
de industrievestiging. Met de gegeven antwoorden op de in het cen
traal rapport gestelde vragen kan hij zich volledig verenigen. Toe
vallig heeft hij vandaag in de krant gelezen, dat de W. E. B. bij de
begrotingsbehandeling te Bergen op Zoom nogal besproken is, zij
het dan niet in zo'n vleiende bewoordingen. Hij ziet met belang
stelling de publikaties met betrekking tot de W.E. B. tegemoet en
hij meent dat de W, E. B, in de ontwikkeling van West-Brabant een
belangrijke taak kan vervullen. Het zou belangrijk zijn als we met
de deskundige krachten die in West-Brabant ongetwijfeld aanwezig
zijn zouden kunnen komen tot een visie omtrent de plannen, die
op korte termijn moeten worden uitgevoerd.
In eerste instantie heeft spreker bij vergissing niets gezegd over de
vernielingen in de Jan Ligthartschool. Daaruit mag niet afgeleid
worden, dat hij die vernielingen niet ernstig zou betreuren. Hij is
het eens met hetgeen de voorzitter erover gezegd heeft en met het
feit dat de politie deze zaak ernstig bekijkt en er niet voor zal te
rugschrikken om harde klappen uit te delen.
Evenmin heeft spreker in eerste instantie iets gezegd over de bier
feesten. Hij is het eens met de voorzitter, waar deze gezegd heeft,
dat we de bierfeesten moeten bekijken in de zin van: "Zijn ze toe
laatbaar of niet?"
Spreker acht de toelaatbaarheid zeker nog aanwezig en hij hoopt
graag dat de ontwikkeling van de feesten zodanig mag zijn, dat ze
niet leiden tot ongewenste publikaties, die naar zijn gevoel vaak
overdreven zijn.
Met betrekking tot de nakeuring van films zegt spreker, dat in het