12 DECEMBER 1963. gaarne de resultaten van de ontwikkelingen op het terrein van het nijverheidsonderwijs tegemoet. Spreker acht het niet nodig speciaal over het bouwbeleid te praten. Wel meent hij, dat er eens een tijd zal komen om over het huis vestingsbeleid te praten en dat dit dan zou moeten gebeuren tegen de achtergrond van de ontwikkelingen op bouwgebied. Wethouder Van Boxtel heeft gesuggereerd, dat spreker gevraagd heeft in 1964 het huisvestingsbeleid in discussie te mogen hebben. Hij heeft ech ter gevraagd over dit punt nader van gedachten te wisselen zodra de situatie voor Breda duidelijker zou zijn; dat kan in 1964 zijn maar ook later. Met de wethouder is hij het eens, dat deze zich niet aan een bepaalde tijd kan binden. Blij is hij met de mede deling van de wethouder dat er te zijner tijd over gepraat kan wor den. Sprekende over de Algemene Bijstandswet zegt hij blij te zijn met de mededelingen van de wethouder inzake deze materie. Zijn fractie is de mening toegedaan.dat de burgerij bij de uitvoe ring van bedoelde wet dient te worden betrokken. Twee aspecten worden nog eens benadrukt te weten het streven om de mensen snel en doelmatig te helpenen het leggen van een verbinding tussen de overhelden mensen uit de burgerij om zodoende op dit terrein een zo goed mogelijk beleid te voeren. Met hetgeen wethouder Vermeulen over het bouwbeleid gezegd heeft is spreker blij, omdat daardoor het totaalbeeld toch nog wel iets duidelijker is geworden en omdat daaruit blijkt, dat het college erop attent is, om indien mogelijk, nog iets te bereiken voor de kleine bouwers. Hij is ook blij met de mededelingvan de wethouder dat de centrale blokverwarming nu zeker doorgaat. Met hetgeen de wethouder over de binnenstad gezegd heeft is hij het volkomen eens. Wethouder Van Bijnen heeft heel wat medegedeeld ten aanzienvan het personeelsbeleid hetgeen door spreker op prijs gesteld wordt, omdat nu zoveel mogelijk ten aanzien van dit beleid opening van zaken is gegeven. Merkwaardig vindt hij het, dat de wethouder ook nog gezegd heeft, dat het personeelsbeleid eigenlijk een zaak is die alleen maar het college regardeert. Aan de ene kant is er een zekere openheid en aan de andere kant wordt deze zaak toch weer teruggebracht naar het eigen terrein van het college. De wethouder heeft nog gesproken over de mechanisatie. Spreker heeft de laatste tijd enkele rapporten gelezen over de mechanisatie in Amerika, doch in verband met de kosten blijkt deze ook daar niet op alle terreinen goed te vlotten. De wethouder heeft het verder gehad over een goed personeelsbe leid, terwijl spreker in eerste instantie gesproken heeft over een modern personeelsbeleid. Beter acht hij het te spreken van een goed modern personeelsbeleid, omdat de woorden goed en modern in dit opzicht elkaar niet dekken. Als er gesproken wordt over een

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1963 | | pagina 568