12 DECEMBER 1963.
569
modern personeelsbeleid dan wil dit zeggen, dat het aangepast is
aan de situatie van deze tijd met de middelen van deze tijd. Het
personeelsbeleid moet altijd goed zijn omdat een slecht personeels
beleid volkomen uit den boze is.
Hetzelfde is het geval met goede verhoudingen en communicatie.
Als er goede verhoudingen zijn betekent dit nog niet dat ook de
communicatie goed is. Aan het vraagstuk van de communicatie
zitten ook nog andere aspecten. Het is geen kwestie van hoe de
mensen tegenover elkaar staan, maar ook een kwestie van organi
satie. Het georganiseerd overleg omdat slechts een gedeelte van wat
spreker in eerste instantie bedoeld heeft te zeggen.
Het georganiseerd overleg oordeelt n. 1. over lonen, salarissen en
secundaire arbeidsvoorwaarden, doch er wordt niet bekeken of het
personeelsbeleid zo deskundig mogelijk is aangepast aan de situatie
van het ogenblik om de zaken van de gemeente zo goed mogelijk
te behartigen. Daar is het een te smalle basis voor met een te smalle
taak. Na alles wat spreker hierover gehoord heeft heeft hij behoefte
om over de hoofdpunten van het personeelsbeleid nog eens met de
wethouder van gedachten te wisselen, zij het dan buiten de raads
vergadering.
De heer VIS zegt, dat in zijn betoog in eerste instantie blijkbaar
enkele vragen nogal verscholen te voorschijn zijn gekomen. In het
bijzonder betreft het hier een tweetal vragen n. 1.
1. of het rapport inzake het groenplan aan de raad zal worden toe
gezonden en als burgemeester en wethouders het mogelijk en ge
wenst achten of dan aan de hand van dat rapport een bespreking
zal plaats vinden omtrent eventueel te nemen maatregelen ter
verbetering van de situatie t. a. v. de recreatie in de stad?
2. waar en wanneer zal het industriële ontwikkelingsrapport, dat
binnenkort zal verschijnen, in het openbaar in bespreking komen?
Spreker zegt, dat de heer Broeders twijfel geuit heeft over de vraag
of het totaalbeeld van de gemeente financiën voor de raad wel vol
doende duidelijk is. De heer Broeders heeft tevens gevraagd of de
afdeling voor de financiën niet wat meer bij deze zaak betrokken
kan worden.
Spreker merkt ten aanzien hiervan op, dat het momenteel zeer moei
lijk is om een totaalbeeld van de gemeente-financiën te krijgen,
omdat we ons momenteel in een overgangsfase bevinden voor wat
de financiële situatie van de gemeenten in het algemeen betreft.
Wel ondersteunt hij de suggestie van de heer Broeders om de raads-
afdeling voor de financiën wat meer in te schakelen en hij zegt
daarbij, dat het wellicht nuttig kan zijn om de vaak nogal ingewik
kelde financieel technische kant van de begroting van tevoren in de
financiële afdeling aan de orde te stellen en dan liefst een verslag
aan de raad te zenden, zodat bij de begrotingsbehandeling allerlei
detailvragen geweerd kunnen worden.
Ten aanzien van de opmerking van de heer Kroon over de christelijke
1. o. m.-school, dat een aantal leden van de P.v.d. A-fractie en