12 DECEMBER 1963. 575 die bij de bierfeesten toch wel heel duidelijk naar voren springen en hij gelooft niet, dat dat een gevolg is van het feit, dat de pers zich er mee bemoeid heeft en dat de pers een tendensieuze bericht geving zou hebben doorgegeven. Uit wat hem ter ore is gekomen - hij is er zelf niet geweest - maakt hij op dat het erger is toegegaan dan in verschillende bladen heeft gestaan. Hij begrijpt zeer goed, dat de voorzitter als hoofd van de plaatselijke politie, het tijdstip bepaalt wanneer zal worden opgetreden en wanneer de regelen van openbare orde worden overtreden. De voorzitter heeft gesteld, dat hij met de organisatoren nieuwe richtlijnen heeft opgesteld, dat er een eigen ordedienst wordt ingesteld en dat men entree gaat heffen en wat dies meer zij. Dit alles kan echter niet wegnemen, gezien de gevaren die er o. a. voor de jeugd aan de bierfeesten zijn ver bonden, dat hij er tegen is. Spreker heeft in eerste instantie gesteld, dat aan de organisatoren een verkapt subsidie verleend wordt, omdat zo'n gering bedrag aan de gemeente betaald moet worden. In dit verband zegt hij ligt er toch ook welverantwoordingvoor de feesten bij de raad. Dat de be treffende firma reclame maakt voor zijn produkt en voor een nor maal verbruik acht hij respectabel, doch hij vindt, dat daar de ge meente niet aan mee behoeft te betalen. In het schriftelijk ant woord wordt gesteld, dat de betreffende firma geen winst uit de feesten haalt, terwijl de gemeente bovendien nog 10. 000,- aan vermakelijkheidsbelasting ontvangt. Gezien de hoeveelheden bier, die er getapt worden is spreker er verwonderd over dat met de fees ten geen winst wordt gemaakt. Het bier wordt toch niet gratis ge tapt meent hij. Bovendien gelooft hij, dat de f 600, - die de indu strie per jaar voor het opzetten van de bierhal moet betalen niet in overeenstemming is met de revenuen, die de industrie ook uit an deren hoofde ontvangt, want zij verhuurt de bierhal verscheidene malen en dan wordt er ook bier getapt en ook daar zal zij echt geen geld op toeleggen. Aan de raad behoort de bevoegdheid om te be oordelen of doorgegaan zal worden met het verhuren van het terrein aan de betreffende industrie voor dit doel. Hij geeft het college ernstig in overweging de bierfeesten in de toekomst volledig af te schaffen. Ten aanzien van het antwoord op het centraal rapport inzake straatverlichtingen het creërenvan bedrijven heeft spreker in eerste instantie gezegd.dat het leggen vanverband tussen straatverlichting en het creëren van bedrijven niet juist is, omdat door het leggen van dat verband de bedrijven nog minder winst gaan maken endaar- om de tarieven moeten worden verhoogd, aangezien de bedrijven moeten meewerken om de begroting sluitend te maken. Wat de subsidienota betreft zegt spreker dat wethouder Meijs en ook wethouder Bastiaensen gezegd hebben.dat het college van plan was blijvende cijfers te produceren in een nota. Hij is het eens met

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1963 | | pagina 575