12 DECEMBER 1963.
587
het noordenen het noord-westen van het land, sociale tarieven heb
ben, die juist voor de kleinere verbruikers veel lager liggen dan in
die andere gebieden.
De heer Melzer heeft gezegd, dat hij hoopt dat de gemeenten
profijt zullen trekken van de grote winsten, die met het aardgas
gemaakt zullen worden. Spreker zegt tot diegenen te behoren die
denken, dat die grote winsten inderdaad een voordeel voor de ge
meenten kunnen opleveren.
De heer Quadekker wil spreker de tering naar de nering laten
zetten. Spreker kan daar in komen, doch dan moeten we er voor
al voor oppassen niet te grote nieuwe uitgaven te doen. In dit ver
band, zegt hij, moeten we zeker niet gaan fluorideren of compos-
teren, omdat dit beiden belangrijke posten zijn, die het budget van
de gemeente heel erg aantasten. Voorlopig is spreker nog blij, dat
het stadsvuil zo maar in een kuil gegooid kan worden, omdat dit
zowel voor de gemeente als voor de aannemer een bijzonder voor
delige manier is om van het vuil af te raken.
Wethouder BASTIAENSEN zegt, dat de heer Broeders nog even
teruggekomen is op het overlegorgaan, dat het gehele onderwijs
van Breda zou kunnen omvatten en dat hij de medewerking van al
len die iets met het onderwijs te maken hebben heeft ingeroepen,
om aan de totstandkoming van een dergelijk orgaan mede te wer
ken. Spreker v/aarschuwt er nogmaals voor, dat men ten opzichte
van deze gedachte wel enige reserve in acht moet nemen, omdat
het zonder meer duidelijk is, dat de organisatie in eigen kringen,
op eigen niveau volledig uitgepraat moet zijn om goed te kunnen
werken. Bovendien is dit een zaak die eigenlijk niet zo zeer van
de gemeente moet uitgaan. De gemeente zal er graag «aft
maken en er graag aan meewerken. Dit is nu juist het soort samen
werking, dat men niet van hogerhand moet gaan opleggen of for
ceren, omdat het van onder uit groeien moet. Er zijn op onderwijs
gebied vele noviteiten, waarmede men heel voorzichtig moet zijn,
want het onderwijs zal zelf rijp moeten zijn om dit soort dingen na
te streven.
Spreker zegt zich niet gemengd te hebben in de duscussie tus
sen de P. v.d. A. en de Prot.Chr. fractie over de l.o. m.-school.
Hij kan mededelen, dat gedeputeerde staten het beroep, dat door
enkele raadsleden is ingesteld, hebben afgewezen.
Spreker meent, dat de afdeling onderwijs en cultuur altijd de
grootste slokop is geweest voor wat de subsidieverlening betreft. De
cijfers bevestigen dit nu ook wel en daarom zegt spreker heeft hij
zich nogal verantwoordelijk gevoeld voor het al of niet uitreiken
van de subsidienota. Toen in net centraal rapport om een subsidie
nota werd gevraagd heeft hij daarbij geen aantekening gemaakt.