594 12 DECEMBER 1963. zijds blij mogen zijn, dat we in Nederland ineen rechtsstaat leven, doch dat we daarvan anderzijds ook wel last kunnen ondervinden. Men kan zo maar niet tegen een particulier gaan opereren of een titel in het leven roepen, waarbij men een anders eigendom kan gaan gebruiken voor bepaalde doeleinden- De eigendom is een waardevolle zaak in de Nederlandse wetgeving- In een overleg met een deskundige heeft spreker zich laten vertellen, dat hier hoog stens de belemmeringenwet of misschien ook de waterstaatswet uit komst kunnen brengen- Dit betekent echter dat er een KB. uitgelokt moet worden en dat bij de Kroon dus aangetoond zal moeten worden, dat deze zaak van voldoende algemeen belang is om de betreffende mensen in hun eigendomsrecht te gaan bekorten-Dit zou een bijzonder lange pro cedure worden, waarvoor echt wel nagegaan moet worden of er voldoende juridische achtergronden zijn om er aan te beginnen. Spreker zegt toe, dat hij de vraagstelling op het juridische vlak wil laten bekijken. Hij voegt er echter aan toe, dat indien de heer Quadekker er in zou slagen door overleg ter plaatse de bestaande weerstanden op te heffen de moeilijkheden natuurlijk veel vlugger opgelost zouden zijn en dit gaarne door het gemeentebestuur zou worden aanvaard, Aan het maken van een kunstwerk aan de Baronielaan is wel eens gedacht, doch, zo dit technisch wel mogelijk zou zijn,is het voor de heren technici blijkbaar bijzonder moeilijk en bovendien is het zeer kostbaar, aldus spreker Er komen in de toekomst nieuwe rijkswegen, die de bestaande rijksweg zijn betekenis zal doen ver liezen en waardoor hij het karakter zal krijgen van plaatselijke weg- Dit zelfde geldt in gelijke mate voor de Crogtdijk. In hoofd zaak is dit geen weg voor het doorgaande verkeer, maar een ver bindingsweg tussen de verschillende uitbreidingsplannen. Voor het verkeer, dat uit Rotterdam komt is aan een andere doorverbinding gedacht dan de Crogtdijk, Als dit verkeer toch de Crogtdijk gaat benutten zullen we daarop verkeersbelemmeringen moeten aan brengen, Wethouder VAN BIJNEN zegt, dat de heer Broeders hoopte geen dissonnant te zijn, wanneer hij met een vriendelijke intentie opeen vriendelijke wijze kritiek leverde, op hetgeen de wethouder heeft gezegd, Spreker zal proberen zijn fout te herstellen en hij bena drukt, dat hetgeen de heer Broeders gezegd heeft geen dissonnant kan zijn, De heer Broeders heeft gevraagd waarom het personeels beleid, ondanks alle openheid die betracht isrtoch beschouwd wordt als een zaak van het college, Spreker zegt, dat hij met name het promotiebeleid, het salarisbeleid en het beoordelingsbeleid, geen zaken van de raad kan vinden. De heer Broeders heeft verder nog gezegd, dat mechanisatie niet goedkoop is. Spreker is het daarmede eens. Juist daarom zegt hij zal het college telkens wanneer mechanisatie in enigerlei vorm ingevoerd kan worden, daarover gaarne uitvoerig met de raad van gedachten wisselen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1963 | | pagina 594