606 12 DECEMBER 1963. dat dat een belangrijk iets is. Er is gevraagd wat het orkest kost om gerekend per concertbezoeker. Spreker vraagt zich af of dit laatste nu maatstaf moet zijn om te bepalen of het niet mogelijk is het sub sidie wat te besnoeien. Hij meent, dat Het Brabants Orkest het sub sidie moet krijgen wat het nodig heeft, anders kan het niet bestaan. Als in het subsidiëntenoverleg zo nauwkeurig wordt nagegaan - er moet nog ervaring worden opgedaan en ieder jaar wordt men op dit gebied wijzer - of de begroting wel reëel is opgesteld en of de be zuinigingen, die toegepast kunnen worden ook werkelijk toegepast zijn, dan blijft er nog een sluitpost over, die ten enenmale door de provincie en de 4 grote steden moet worden opgebracht. Als die sluitpost over de te geven concerten verdeeld wordt, dan zal het kostenbedrag per concert nog zeer hoog blijven. Spreker gelooft.dat we het er voor over moeten hebben, omdat het Brabants Orkest voor Brabant een zeer groot bezit is. Er is wel gesteld, dat het program ma te hoog is en dat meer muziek gebracht moet worden, die be ter in het gehoor van de mensen ligt. Spreker vraagt zich af, als daaraan tegemoet gekomen moet worden, waarom dan maar niet meteen steeds hoempa-muziek zou worden gebracht. Naar zijn me ning moet datgene door het Brabants Orkest worden gebracht, dat door ieder ander normaal orkest gebracht wordt, om te voorkomen, dat men in andere provincies de indruk krijgt dat het Brabants Or kest maar een 2e rangs gevalletje is. In Den Bosch en Eindhoven heeft op dit gebied een onderzoek plaats gevonden, waarvan men het resultaat kan lezen in het door het Brabants Orkest uitgegeven tijdschrift. Spreker gelooft dat het Brabants Orkest en toch zeker zijn dirigent rekening houdt met datgene wat door het publiek graag gehoord wordt. Zeer zeker ook zal er rekening mee gehouden wor den, dat men niet afglijdt naar een niveau, dat door vakbekenden als 2e rangs wordt aangeduid. De heer Mendes heeft gezegd, dat we, voor wat het toneelbe leid betreft.de kinderziekten nog meemaken en dat de affiches van de stadsschouwburg weliswaar fraai maar ook onduidelijk zijn. Met dit laatste is spreker het niet eens. De affiches vestigen steeds weer de aandacht op de beginletters van "Stadsschouwburg Breda". De directeur verwacht.dat deze letters in de toekomst als een vast em bleem zullen gaan gelden en dat als men dit ziet men dan zal gaan opletten en zich gaan afvragen wat er te doen is. Deze letters wor den als het ware de herkenningsmelodie van de stadsschouwburg. Spre ker is het er mee eens, dat de rangindeling in de schouwburg een eigenaardige zaak is. Merkwaardigis dat de meeste Bredanaars graag op de duurdere rangen gaan zitten en dat deze rangen ook het eerst uitverkocht zijn. Misschien zullen de duurdere rangen moeten wor den uitgebreid. Het doet spreker genoegen, dat de heer Mendes zijn waardering heeft uitgesproken voor het werk van de directeur. Ook het college

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1963 | | pagina 606