615 13 DECEMBER 1963. Spreker wil er in het bijzonder op aandringen dat in de instructie wordt opgenomen dat het sneeuwvrij maken zosnel mogelijk dient te geschieden op de hoofdwegen in de stad, de rijwielpaden maar toch zeker de verplichte rijwielpaden. Gaarne zou spreker ook wil len zien dat burgemeester en wethouders aandacht besteden aan het schoonmaken van de trottoirs door de bewoners ter plaatse. Vorig jaar heeft men kunnen constateren dat de bewoners veelal wel de trottoirs vegen, maar de sneeuw deponeren op de rijweg. In de verschillende toch al niet brede straten heeft dit een extra versmalling van de rijweg tot gevolg. Wellicht kan hieraan door goede voorlichting iets worden gedaan. Spreker denkt hierbij aan de onlangs ingestelde commissie tegen stadsverontreiniging. Tenslotte zou spreker gaarne iets vernemen over deze commissie en haar activiteiten. De heer QUADEKKER zegt dat het gehele verhaal van de heer Spanjer hem uit het hart gegrepen is. In tweede instantie bij de al gemene beschouwingen heeft hij vragen gesteld over het reinigen van de straten in verband met de glasheid en de sneeuw, Hij heeft ook de instructie gelezen. Er blijven inderdaad, zoals de heer Spanjer reeds gesteld heeft, nogal wat problemen over. Spreker zit te puz zelen over een straat zoals bv. de Baronielaan waar de auto s op het trottoir geparkeerd mogen worden, of beter gezegd moeten worden. Indien de sneeuw door de bewoners nu naar de rand van het trottoir geveegd moet worden, Hoe moet dat dan met de auto's? Spreker denkt aan de militaire dienst waar men, indien er bepaal de oefeningen zijn uitgezet, eerst gaat proberen of het gaat. De instructie ziet er naar zijn mening leuk uit, ofschoon spreker ze wel een beetje ingewikkeld vindt voor de gewone man, die dit moet uitvoeren. Hij zou daarom zo graag vóór de sneeuw valt eigen lijk wel eens een oefening georganiseerd willen zien op het terrein van de alarmering om te kijken of het klopt. Dit wordt niet voor gesteld om het personeel over te belasten maar om te bereiken dat nog beter dan vorig jaar deze zaken ter hand kunnen worden ge nomen. Mevrouw VAN MIERLO zegt dat zij op pagina 23 van het ant woord van burgemeester en wethouders op het centraal rapport met betrekking tot de vraag over de huisvuil-ophaaldienst de volgende passage aantreft: "Indien men geregeld bijvuil heeft, bestaat de mogelijkheid om meerdere huisvuilemmeis aan te schaffen tegen hetzelfde tarief. Spreekster vraagt of de tweede huisvuilemmer thans niet meer gra tis beschikbaar wordt gesteld. Het antwoord van burgemeester en wethouders op bladzijde 24 be treffende het eenmaal per week ledigen van de vuilnisemmers, kan nog steeds niet haar instemming hebben. Dat vele huisvrouwen het met haar eens zijn bewijst een brief, die de leden van de raad een dezer dagen ontvangen hebben. De daarin geuite bezwaren zijn

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1963 | | pagina 615