13 DECEMBER 1963. 616 bepaald dezelfde, als spreekster destijds naar voren heeft gebracht. Bovendien komt in dit schrijven nog een nieuw aspect naar voren nl. dat er in sommige flats maar plaats te vinden is voor één em mer, nl. buiten in het zogenaamde gootsteenkapje. Burgemeester en wethouders kunnen toch onmogelijk verlangen dat deze bewo ners de tweede emmer binnenshuis houden. Een vuilnisemmer be hoort daar ten enenmale niet thuis. In het antwoord van burgemeester en wethouders staat dat slechts normale incidentele klachten van 400 geënquêteerden zijn inge komen en dat van de zijde van de bewoners en van de ophalers grote voorkeur voor het eenmaal ophalen bestaat. Spreekster ge looft niet dat dit precies met de feiten klopt. Van de ophalers heeft zij gehoord dat zij de steeds zwaarder wordende vuilnisbakken een bezwaar vinden. De 400 geënquêteerde bewoners vormen een on betekenend aantal tegen het ledental van de vrouwenorganisatie, die duizenden leden telt. Spreekster zou daarom burgemeester en wethouders met klem wil len verzoeken de ophaaldienst, die nog tweemaal per week geschiedt niet in te krimpen en de wijken, waarin slechts eenmaal per week de ophaaldienst komt, zo spoedig mogelijk weer van een tweemaal per week koménde huisvuildienst te voorzien. Dit in het belang van de volkshygiëne. De heer VAN LOONzegt dat bij de vorige begrotingsbehandeling de kostprijs van het huisvuil aan de orde is geweest en het verheugt hem dat hij in het antwoord op het centraal rapport heeft mogen lezen dat de kostprijsberekening voor 1964 aanwezig was. Tot zijn vreugde heeft hij geconstateerd dat het de nacalculatie van 1962 bleek te zijn. Hieruit is gebleken dat de kostprijs nogal is meege vallen na de raming die vorig jaar werd gelanceerd. Spreker vraagt aan burgemeester en wethouders de kostprijsbereke ning op een later tijdstip in de afdeling van het vervoerbedrijf te behandelen. In het antwoord van burgemeester en wethouders op het centraal rapport is vermeld dat er voor een tiental jaren gelegenheid zal zijn het huisvuil te storten in genoemde put. Spreker weet uiteraard van betrouwbare zijde dat na verloop van tijd de concessionaris van de ze put belangrijk meer kosten gaat krijgen, indien de put niet op tijd dicht is. Omdat het hier een particuliere vuilstortplaats is zou het wel eens zeer goed mogelijk kunnen zijn dat de concessiona ris op alle mogelijke manieren probeert de put op een veel korter tijdstip dicht te krijgen. Spreker wenst zich daarom aan te sluiten bij de woorden van de heer Spanjer om er reeds thans een studie van te maken welke mogelijkheden en problemen er zullen zijn als de put eens op een veel sneller tijdstip dicht zou zijn. De heer KRAMER stelt vast dat het vuil rondom de stad voor allen een ergernis is en daarom is ervoorgesteldomdaar enige con tainers te plaatsen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1963 | | pagina 616