61 13 FEBRUARI 1963. college steeds in zijn geheel, jegens de raad en andere instanties de ongedeelde verantwoordelijkheid draagt voor alle beslissingen die het college neemt, alle voorstellen, die het college doet of uit beleids-principe achterwege laat. Dit principe is in de gemeentewet nimmer doorbroken en voor de zelfstandige wethouder als orgaan van bestuur is ook in de grote steden, ook niet met het doel om de taak van het college te ver lichten - een plaats in ons staatsrecht ingeruimd. Dat neemt niet weg dat ieder lid van het college een zeer zelfstandige plaats in neemt zeker in een stad van de grootte van Breda, dat hem door zijn verantwoordelijke medeleden een grote mate van onbelem merde vrijheid wordt gelaten en het is juist in deze brede marge van vrijheid van eigen inzicht en van eigen handelen, dat de wet houder zijn eigen persoonlijkheid kan ontplooien, dat hij zijn spe cifieke en specialistische bijdrage aan het bestuur kan geven en dat zijn eigen persoon gestalte krijgt. En het is natuurlijk juist deze eigen gestalte, dit eigen karakter en deze zelf ontplooiing in het geheel, welke met name in de be slotenheid en het vertrouwelijk milieu en beraad van burgemeester en wethouders voortdurend en duidelijk aan het daglicht komen. Vandaag echter kan het niet anders dan dat ik met veronacht zaming van de gebruikelijke reserves over U, heer Meijs, uit de school respectievelijk uit het college ga klappen, waarbij ik gaarne veronderstel dat het hele college voor hetgeen ik ga zeggen, de volle ongedeelde verantwoordelijkheid wil dragen. In de eerste plaats dan zie ik de ambtsvervulling van collega Meijs gedragen en ge schraagd door een brede kennis van financiële bestuurlijke zaken en van Bredase personen en omstandigheden waardoor hi j een indrin gende belangstelling kan opbrengen, niet alleen in de eigen om vangrijke portefeuille, maar ook in die van zijn collega's, een ken nis, die hij inzet vooral wanneer deze collega's ambitieuze plannen ontwikkelen met ver dragende financiële consequenties. Dan ont waakt in U waarde Meijs onverwijld de financier, lTiomme d'affaire oftewel de bank-werker zoals U U zelf gaarne noemt, die het voor stel of de gedachte inclusief zijn drager plaatst in het koele kader van de financiële schijnwerpers en in de budgettaire realiteiten en imperatieven, zonder daarbij het belang of de waarde van het ini tiatief de visie of conceptie van de veelal jongere collega te onder schatten. Uw speciale prudentie dat wil zeggen het vermijden van conflic ten, maar ook van teveel risico's, te hoge lasten, te hoge prijzen of tarieven, levert het steeds noodzakelijke tegenspel daar waar het behoort en dat is dus vrijwel op het hele vlak van het gemeentebe stuur. Nog belangrijker echter is te memoreren dat de gemeente Breda op Uw kompas gedurende de eerste 7 h 8 jaren van Uw wethouder schap gevaren heeft in de dichte mist van de grotendeels door sub jectiviteit en subjectieve uitkeringen beheerste financiële verhou dingen rijk en gemeente. Dit verdienstelijk gebleken regime, dat werd toegepast op grond van de begrotingspositie, van behoeften en functies en toekomstvisies heeft Breda bepaald geen windeieren gelegd. Sommige bedenkingen

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1963 | | pagina 61