630 13 DECEMBER 1963. te maken in de raadsvergadering. Bij de bierfeesten ligt dit naar zijn mening iets anders. Bij een feest waar bier geschonken wordt kan een bepaalde persoon of gelegenheid inde belangstelling staan. Bij een bierfeest is dat niet het geval. Daar staat het bier in het cen trum van de belangstelling. Daar wordt feest gevierd om het bier en spreker vindt dit hoogst ba naal. Hij vindt het ook hoogst gevaarlijk uit verschillende oogpun ten. Ten eerste zou hij in dit verband de verkeersveiligheid willen noe men, Iedereen weet dat bij gebruik van alcoholische dranken het reactievermogen van een autobestuurder verminderd en bovendien wordt hij minder kritisch en overmoediger. Deze twee factoren bij elkaar maken dat iemand die gedronken heefteen gevaar op de weg is. Naar spreker's mening is het de taak van de autoriteiten om de verkeersveiligheid met alle mogelijke middelen te bevorderen en hij en enige fractiegenoten hebben de overtuiging dat in Breda aan dat speciale punt niet voldoende de hand wordt gehouden. Een ander bezwaar van de bierfeesten buiten het overmatig alcohol gebruik in het algemeen zijn de seksuele misdragingen. Hij wil daarop niet verder ingaan in deze raadsvergadering maar iedereen weet dat tal van ongelukkige huwelijken juist op zedelijk gebied ontstaan door misbruik van sterke drank. Het bierfeest ziet men als een misbruik van sterke drank. Op de invloed die de bierfeesten hebben op de jeugd, meent spre ker, niet nader in te moeten gaan. Indien hij onder de aandacht brengt dat op de bierfeesten geschonken wordt per of hele liter dan behoeft er niet uitgeweid te worden over de uitwerking hiervan op de jeugd. Spreker herinnert er aan, dat de heer Broeders gisteren gezegd heeft dat Breda een stad moet zijn, die aan de eisen van deze tijd is aan gepast. Als inderdaad hiernaar gestreefd moet worden dan zal men tot de conclusie moeten komen dat bierfeesten niet meer van deze tijd zijn. Deze feesten passen niet meer bij de verkeersintensiteit van het ogenblik. Gisteren heeft de voorzitter van de raad deze zaak min of meer in het principiële vlak getrokken door te stellen dat de christelijke levensvisie niet altijd door te voeren is op de openbaarheid van het leven. Dit is spreker met de voorzitter eens, maar hij vraagt zich toch af of de christelijke levensvisie voldoende getoetst is op de christelijke achtergronden, die ook hierbij betrokken zijn. Spreker heeft voor zich een brochure van de Nederlands hervormde kerk. Een brochure die gaat over de kerk en het alcoholvraagstuk en waaruit hij enkele kleine dingen zou willen voorlezen. Zo staat in deze brochure: "Maar zelfs al was niet bepaald bande loosheid het gevolg, het feit dat de drinker niet zichzelf is" en dan staat er cursief gedrukt "niet geheel toerekeningsvatbaar is". "Dronkenschap in welke lichte of zware graad ook is goddeloos." Verder wordt op dezelfde pagina, zo vervolgt spreker, een tekst van apostel Paulus aan de Ephesen aangehaald: "En bedrinkt U niet aan

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1963 | | pagina 630