13 DECEMBER 1963. 639 om de gedachtewisseling landelijk op gang te brengen en na struc turele herziening van de rijkskeuring eventueel de nakeuring ter zijde te stellen. De gedachtewisseling komt nu langzaam op gang. Daarnaast ontwikkelt zich echter iets geheel anders n.l. dat men in protestants-christelijke kring er naar streeft om een nakeuring te krijgen. Blijkbaar ontstaat er dus een groot gevoel van onbeha gen over de uitspraken en de toelaatbaarheidsnormen vande rijks keuring en daarom benadrukt spreker nogmaals dat het niet alleen gaat om de normen maar ook over de structuur van de commissie. In Nederland zijn momenteel zeker een 40-tal gemeenten meteen aanzienlijk protestants-christelijk kenmerk waar men streeft naar een christelijke nakeuring. Juist in deze gevoelsrijke sector tussen bevolkingsgroepen bestaat er een zekere huiver om tot een compromis te geraken omdat er in protestants-christelijke kringen veel strengere opvattingen op dit punt bestaan dan bij de katholieken. Ofschoon hij van mening is dat het een zeer moeilijke materie is, kan toch wel een com promis tot stand komen. Spreker is van oordeel dat het beter is af te wachten wat zich op landelijk gebied ontwikkelt. De enige moeilijkheid van het voor gestelde gespreksforum is voor spreker dat hij daar eigenlijk de mond zal moeten houden omdat hij voor dit forum evenals in de ze vergadering niet over deze materie kan spreken, omdat dit er niet thuis hoort. Spreker hoopt dat de raad daarvoor begrip zal hebben. In de Tweede Kamer van de staten-generaal is ook een ander argument gebruikt n. 1. de televisie, die in alle huizen bin nenkomt. Ook op dit gebied is weer een geweldige onkunde bij de mensen, die het publiek toespreken en bij degenen die de ver antwoordelijkheid dragen. Het is toch wel altijd nuttig te weten dat de televisie een eigen maatstaf heeft voor huiskamer-geschikt heid. Het kan dus best zijn dat de rijkskeuring een film voor alle leef tijden heeft toegelaten en dat de Nederlandse Televisie Stichting deze film niet uitzendt. In de Nederlandse Televisie Stichting hebben alle zuilen zitting. Wanneer een der leden zich tegen een film verklaart, dan vindt uitzending niet plaats. Men heeft dus een eigen keuring. Er is inderdaad ook een onme telijk verschil tussen openbaarheid en de huiskamer. Spreker zegt dat er nog nooit televisie-films afkomstig uit Duitsland, België of Frankrijk door de K. F. C. ontoelaatbaar werden geacht. Onder verwijzing naar een bepaalde film wordt er tegen de K.F.C. wel eens geargumenteerd. Hij wijst er op dat de K.F.C. niets anders doet dan de allergroot ste deviaties ontoelaatbaar verklaren. Het betreft dan onedele produkten van een naar geld snakkende en naar sex smakende industrie. Spreker benadrukt dat de gemeenschap dankbaar mag zijn dat men 30 jaar lang van de corrigerende werking van de K. F. C. heeft mogen profiteren.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1963 | | pagina 639