13 DECEMBER 1963.
649
voorstellen kan dan aan de raad verzocht worden bepaalde bron
nen aan te boren.
Spreker gunt de wethouder van financiën gaarne zijn financiële
meevallers, doch niet op deze wijze.
Na al hetgeen hij thans besproken heeft meent spreker dat er voor
hem aanleiding is om het voorstel van burgemeester en wethouders
niet te aanvaarden en hij hoopt dat de overige leden van de raad
hem hierin willen volgen.
Zij het met pijn in het hart, omdat hij bereid is ook ditmaal bur
gemeester en wethouders nog aan een sluitende begroting te hel
pen, zou hij zijn stem kunnen geven aan het volgende voorstel.
Het rioolrecht, waarvan de inkomsten voor 1963 in totaal geraamd
zijn op 80.000, - moet voor 1964 zodanig geheven worden dat
er voor die 2 jaren samen een totale opbrengst is van 180.000, -
op welk bedrag per m3 er dan terecht gekomen zal worden is nu
bepaald nog niet te zeggen. Misschien is dit minder dan de 3 cent
die vorig jaar gevraagd zijn, maar zeker zal het niet 7 cent zijn,
welk bedrag burgemeester en wethouders nu voorstellen.
Hij geeft burgemeester en wethouders in overweging om het voor
stel tot verhoging van het rioolrecht in te trekken enindien zij in
derdaad/100. 000, - nodig hebben om de begroting sluitend tema
ken thans een voorstel in te dienen, waarin het tarief per m3 af
gevoerd water pas wordt vastgesteld, wanneer over de gegevens
tot berekening van dit tarief kan worden beschikt.
Gaarne zou hij zien, en dat is thans zijn voorstel, om de in bij
lage A van de nota van aanbieding voorkomende tekst onder arti
kel 1 te vervangen door de volgende:
"Het rioolrecht bedraagt hoogstens 7 cent per m3 geloosd afval
water. Het juiste tarief zal voor 1 april 1964 op voorstel van bur
gemeester en wethouders door de raad worden vastgesteld"
De heer MELZER heeft inde algemene beschouwingen gesteld,
dat uit het oogpunt van een billijke lastenverdeling met het voor
stel van burgemeester en wethouders akkoord kan worden gegaan.
Na het door de heer Gielen gesprokene komt spreker tot een on
billijke lastenverdeling en wil dus zijn stem voorbehouden. Spre
ker wenst de amendering van de heer Gielen te volgen. Hij wil
gaarne de overheid geven wat haar toekomt doch geen cent meer.
De heer QUADEKKER zegt dat de heer Gielen met een gede
gen voorstel ter tafel is gekomen. Een van de door de heer Gielen
gebruikte zinsneden was dat men de blik gericht moet houden op
de toekomst. Hij brengt het antwoord van wethouder Meijs aan de
heer Spanjer over de compostering in herinnering. Daarin zegt de
wethouder dat de compostering 1,50 a 2,-- per inwoner per
jaar zal gaan kosten, en dat bij compostering het tarief van het
rioolrecht nog meer verhoogd zal moeten worden. Spreker voelt
hieruit aan dat het rioolrecht eigenlijk het enige kraantje is, waar
uit getapt kan worden»
Spreker is het geheel met de heer Gielen eens, wanneer hij zegt