650 13 DECEMBER 1963. dat de industrie nu echt niet eens een keer de melkkoe moet zijn van de gemeente. De industrie wil alles en alles doen ten bate en ter genoegevande gemeente, maar op een bepaald ogenblik moet niet de instelling van de gemeente zijn: "Pik in, het is winter". Hij is een groot voorstander van het voorstel van de heer Gielen en wil gaarne hierover, zo dit nodig is, nog in tweede instantie dis cussiëren. Gaarne ziet spreker dit voorstel in stemming gebracht. Wethouder MEUS geeft toe dat de heer Gielen zijn uiteenzetting vrij behoorlijk heeft geargumenteerd, waarin hij niet stil is blijven staan bij de onjuiste verhouding, waar de heer Broeders gisteren over gesproken heeft, met betrekking tot de tarieven zoals die geheven worden van de kleine en de grote verbruikers. De heer Gielen heeft gezegd dat dit wel anders ligt, doch spreker ziet hierin niet veel verschil. Men kan toch werkelijk van ongelijk liggende tarieven spreken zoals die thans reeds liggen, zelfs nog na de door burgemeester en wethouders voorgestelde verhoging voor de grootverbruikers. Men moet zich wel afvragen of het thans voorgestelde tarief on billijk wordt. Iets anders is het echter met het door de heer Gielen gestelde met betrekking tot de uitkomsten van het thans voorge stelde tarief. Spreker wil wel toegeven dat vorig jaar de berekening niet precies klopte met de resultaten, die werkelijk ontvangen zul len worden. Dat men daarom stelt dat er niet voldoende aandacht aan is besteed, noemt spreker niet juist. Het zou bepaaldelijk niet juist zijn en burgemeester en wethouders zijn dan ook niet gewoon om bij voorstellen aan de raad tevoren reeds derden te betrekken. Het is dus wel begrijpelijk dat men bij de taxatie er naast is geweest. Voor zover de gegevens thans be kend zijn zullen de ramingen wel te laag zijn geweest, alhoewel hij niet het gezegde van de heer Gielen zou willen onderschrijven dat de raming nergens op gebaseerd is. De heer Melzer heeft gezegd dat hij de overheid niet meer wil geven dan de overheid toekomt. Spreker kan daar inkomen, maar het is altijd gevaarlijk een dergelijk gezegde zo maar te lanceren. Wanneer de heer Melzer gezegd zou hebben, laat de raad dit voor stel aannemen en het tarief voor de klein verbruikers verminderen, dan had hij hetzelfde bereikt en dan het gezegde beter gebruikt. Inderdaad heer Quadekker, zo zegt spreker, is dit voorlopig het enige kraantje om meer belastinggelden te heffen. Er zijn thans studies aan de gang om het eigen belastinggebied uit te breiden. Overigens zijn er natuurlijk voor de gemeente meerdere "kraantjes" om gelden beschikbaar te krijgen. Tenslotte is spreker van mening dat burgemeester en wethouders toch wel met een voorstel kunnen komen en dat dan voorname lijk gericht is op het ene feit dat de uitkomst van de vorige ta riefstelling niet in overeenstemming is met de geraamde opbrengst.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1963 | | pagina 650