13 DECEMBER 1963. 651 Dit is slechts het enige motief. De gedachte dat de heffing onbil lijk is kan niet worden aanvaard. Op grond van deze overweging is spreker bereid het voorstel van de heer Gielen over te nemen. Om praktische redenen is het echter niet mogelijk dit letterlijk over te nemen omdat het niet mogelijk is een begroting ter goed keuring in te zenden waarin een onzekere factor is opgenomen nl. het tarief thans nog niet te bepalen. Gezien de gegevens die thans reeds van de industrie zijn binnen gekomen wil hij de vier cent verhoging verminderen tot één cent, waarbij wordt aangenomen dat met deze verhoging 100.000,- opbrengst wordt verkregen. Spreker vraagt of de raad met dit gewijzigde voorstel akkoord kan gaan. De heer GIELEN heeft hieraan weinig toe te voegen;alleen om juistheidsredenen moet hij een correctie aanbrengen in hetgeen hij in le instantie heeft gezegd. Toen heeft hij betoogd dat twee jaren samen 180.000,- zouden moeten opbrengen. Dit is na tuurlijk niet juist. Voor twee jaren zal de opbrengst samen 260.000, - moeten zijn. Spreker weet niet hoe zijn fractiegenoten en de overige raadsle den hierover denken, maar hij kan zich volkomen met het door wethouder Meijs gedaan voorstel verenigen. Het tarief wordt dus gebracht van 3 cent op 4 cent per m3„ De heer BROEDERS sluit zich gaarne aan bij het door de heer Gielen ingenomen standpunt. Hij is blij met het voorstel dat van de zijde van burgemeester en wethouders is gekomen. De heer QUADEKKER gaat eveneens, zij het met pijn in het hart, met het voorstel akkoord. De heer MELZER merkt op dat het door hem gebruikte spreek woord afkomstig is van de minister van financiën. Hierna wordt door de raad overeenkomstig het door wethouder Meijs gedane voorstel besloten. De heer VAN CAULIL zegt dat burgemeester en wethouders op de vraag over de afvoerleiding naar Moerdijk hebben gesteld dat deze voor 50% gereed is en dat verwacht wordt dat in de loop van volgend jaar de andere 50% gereed zal komen. De ingebruikne ming zal echter dan nog niet kunnen geschieden omdat de bijko mende werken dan nog niet gereed zullen zijn. Dit bevreemdt spreker enigszins. Het is een kwestie van grote betekenis en gro te omvang, die al enkele jaren loopt. Spreker zou thans de vraag willen stellen, waarvoor er geen kans is gezien om deze bijkomende werken gelijktijdig gereed te krij gen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1963 | | pagina 651