654 13 DECEMBER 1963. zij leggen daarop bij hun contacten in 's-Gravenhage beslist de na druk. Gegeven de tijd, dat het plan reeds in Den Haag ligt zou spreker met alle voorzichtigheid en alle voorbehoud mogen veron derstellen dat de toekenning van de rijksgoedkeuring nu toch wel eindelijk eens aan de beurt zou moeten komen. Over het civic-centre heeft de heer Mendes een opmerking gemaakt waaruit hij veel zwaardere conclusies trekt dan mogelijk bedoeld zijn. Gevormd werd een voorbereidingscommissie, waarin leden van bur- emeester en wethouders met de betreffende deskundigen zitting ebben. Deze commissie houdt zich in hoofdzaak bezig met de volumina en destedebouwkundige vormgeving van het civic-centre. Op het ogenblik is de stand zo, dat een stedebouw kundige oplossing is gevonden, die de in de commissie zitting hebbende leden van het college van burgemeester en wethouders, bijzonder aantrek kelijk voorkomt. Dit plan is thans aan de dienst van openbare wer ken ter advisering toegezonden. Hebben burgemeester en wethou ders het besluit genomen dan kan het plan verder worden uitge werkt. Spreker benadrukt dat dus tot opheden geen grote hoeveel heden tekeningen en maquettes gemaakt zijn. Volgens de commissie is het plan ze- aantrekkelijk omdat daar bij alle activiteiten en alle functies in ditcentre een eigen accent krijgen. Men heeft het zo opgelost dat zowel de schouwburg als het gemeentehuis en het Turfschip, dat er niet al te ver vanaf ligt, in dit geheel een eigen plaats krijgen en toch tezamen een geheel vormen. Spreker deelt de heer Mendes en de gehele raad mede, dat zij dus nog wel even geduld zullen moeten nebben. Zodra burgemeester en wethouders hun standpunt hebben bepaald zullen zij de raad in lichten. De heer VAN CASTEREN en ookmevrouw De Bonte hebbennog eens de groenvoorziening en de niet evenwichtige verzorging van oude en nieuwe wijken in de stad aangesneden. Spreker kan zonder meer zeggen dat hij het daarmede eens is. Zo iets oplossen en ver anderen dat is echter naar zijn mening een andere zaak. Indien momenteel nieuwe uitbreidingsplannen worden gemaakt dan geschiedt dit vanuit een andere visie dan dit vroeger geschied de. Dit betekent dat al de voorzieningen en wensen, die in de raad naar voren worden gebracht, bij realisatie in nieuwe uitbreidings plannen in de grondprijs worden verdisconteerd. Op deze manier zijn dus de kosten van de wegen van de parken en plantsoenen bv. gedekt. In de oude stadswijken bestaat dus geen enkele titel meer om op de een of andere wijze enigbedrag inrekening te gaan bren gen. Burgemeester en wethouders zouden zich dus eens moeten laten adviseren wat dit zal gaan kosten teneinde te kunnen bezien of de algemene dienst dan de ruimte zou hebben om dit te gaan opbrengen. Bovendien zal dan moeten worden beoordeeld, zo zegt spreker, of het inderdaad in deze oude wijken mogelijk is betere

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1963 | | pagina 654