13 DECEMBER 1963. 661 Spreker gelooft dat discriminatie minder aanwezig is wanneer er geld bij is betrokken. De heer Van Casteren moet wel willen aan vaarden dat daar waar men gemeentegelden aan de gemeenschap ter beschikking stelt de gemeente inderdaad een kritisch oordeel moet hebben over de gang van zaken. Dat kritisch oordeel mag men niet uitleggen als een overmatige bemoeienis van de over heid. De overheid doet dit ook niet, ieder moet zijn eigen verantwoor delijkheid dragen. Spreker bevestigt dat de kwestie die de heer Van den Eeden stel de uit de aard der zaak in de stichting bejaardenzorg aan de orde is en in de toekomst aan de orde blijft. Alle zaken die het bejaar denprobleem raken worden, alle zonder uitzondering, via die stich ting geleid, teneinde daarover van gedachten te wisselen. Hierna wordt hoofdstuk IX vastgesteld. HOOFDSTUK X. De heer VAN CASTEREN heeft met veel belangstelling het ant woord, dat werd gegeven op een vraag over volgnummer 694 L, gelezen. Er werd gevraagd of de daadkracht van de W.E. B. niet geleden heeft omdat men geen zelfstandig bureau heeft. Er wordt nu alleen maar gezegd dat er enkele medewerkers in part-time verband zijn. Spreker is echter van mening dat een voor West Bra bant zo belangrijk lichaam de verantwoordelijkheid moet leggen bij mensen die een totale werkkring in de W.E.B. vinden. Zij moeten niet ergens anders zijn ondergebracht. De heer VIS wenst een opmerking te maken over volgnummer 491. Hij is een trouw lezer van de Bredasche Courant, maar heeft toch geen invloed op het redactionele beleid. Toch heeft het er de schijn van dat er een bijzonder innige samenwerking bestaat tussen de Bredasche Courant en spreker. Op de dag dat hij zijn al gemene beschouwingen heeft uitgesproken verscheen er inde Bre dasche Courant een artikel met als opschrift "Rol van B. B.A. in een veranderde wereld". Het is bekend dat spreker bij zijn alge mene beschouwingen heeft gepleit voor een goed geoutilleerd en voldoende frequent openbaar vervoer. Hij heeft dit geplaatst te gen de achtergrond van de ontwikkelingvaneen moderne stad. De ze coïncidentie wordt door hem toegejuicht. Spreker wil dit arti kel dan ook in de speciale aandacht van het college aanbevelen. De gedachte om aandacht te besteden aan het openbaar vervoer is bij spreker voor een gedeelte het gevolg van de grieven die hij heeft vernomen met betrekking tot de nieuwe dienstregeling. In het betrokken artikel worden hier zeer behartenswaardige dingen over gezegd. Er dreigt een grote ontevredenheid ten aanzien van de B. B. A. in haar taak als verzorgster van het openbaar vervoer. Er zijn verschillende klachten opgenomen die naar spreker's mening

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1963 | | pagina 661