13 DECEMBER 1963. 663 zegd omtrent de bezwaren die erop het ogenblik zijn met betrek king tot de dienst van de B. B. A.hier ter plaatse. Spreker wil aan nemen dat er bezwaren zijn geuit welke mogelijk ook reSel zijn. Het is natuurlijkeen kwestie van welke kant men dit bekijkt. Men moet op de achtergrond de voorschriften zien die de gemeente geeft en de werkzaamheden die hier en daar in de stad verricht worden, waardoor de B.B. A. niet altijd kan vasthouden aan en moet afwijken van zijn rijpatroon. Naarspreker'smeningsteekthetfunctionerenvan de dienst in Breda gunstig af tot die in andere plaatsen. Met betrekking tot de vraag stelling voor het rijden bij avond moet ook de andere kant worden bekeken. De B. B. A. directie moet de dienst laten lopen met een zeker aantal personeelsleden en moet deze personeelsleden aan de diensttijden houden. De diensttijden moeten zo worden ingesteld dat geen moeilijkheden, buiten de loonkwestie, met de aanwer ving ontstaan. Te stellen is dat het moeilijk kan zijn om een dienst zo te laten lopen dat dit iedereen bevredigt. De laatste trein wordt door een klein aantal personen gebruikt en het is te begrijpen dat men daarvoor geen busdienst laat lopen. ■Wat betreft de wijzigingen die hier op korte termijn hebben plaats gehad moet men begrijpen dat de B.B.A. met zijn problemen zit. Inzake het aangeven-van halteplaatsen en lijnroutes is in te den ken dat er even een overgangstijd moet zijn waarin men niet kan spreken van een uitstekend geperfectioneerde, dienst. Spreker is toch van mening dat men onder de huidige omstandigheden, waar in het in het algemeen heel moeilijk is om personeel aan te trek ken, eens een keer iets door de vingers moet zien. De heer VIS is door de wethouder nog nooit zo weinig tevreden gesteld. Hij zou dan ook het artikel heel erg in zijn bijzondere aandacht en in die van het hele college willen aanbevelen. Op het ogenblikzou het alleen maartijd kosten de dingen te noemen die erin staan. Er staan veel klachten in die volkomen gegrond zijn en spreker heeft er nog een tweetal bijgevoegd. Ten aanzien van die laatste treinen kan hij nog wel zeggen dat het voor hem toch wel een onbegrijpelijk feit is dat op een gegeven ogenblik een bus vertrekt vóórdat de laatste trein aankomt. Hij kan zich, met alle begripvoor de problemen van de B.B.A., niet voorstellen dat daar geen verandering in aangebracht zou kunnen worden. Hij beveelt het totale probleem in de bijzondere aandacht aan. De heer MEIJS zegt dat het artikel zeker zal worden gelezen. Hij heeft het zelf niet gezien, want hij moet eerlijk zeggen dat

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1963 | | pagina 663