GEMEENTE BREDA
Geheime raadsvergadering: gehouden op woensdag 17 .juli 1963.
De voorzitter stelt de raad voor de leden geheimhouding op te leggen ten
aanzien van hetgeen er thans besproken zal worden.
De heer Melzer vraagt of ook geheimhouding bestaat ten opzichte van thans
afwezige raadsleden.
De voorzitter leest de betreffende bepaling van de gemeentewet voor en
zegt vervolgens, dat de thans afwezige leden de notulen kunnen inzien.
De raad gaat met de oplegging van de geheimhouding akkoord.
De voorzitter stelt dan aan de orde muziekschool.
Wethouder Bastiaensen zegt, dat het de bedoeling is de raad in te lichten
over de gang van zaken met betrekking tot de muziekschool. Hij brengt de
leden in herinnering dat eind 1962 het besluit genomen is tot stichting
van een nieuwe gemeentelijke muziekschool.
Tegen dit besluit heeft het bestuur van de muziekschool een bezwaarschrift
ingediend bij de minister. Dit bezwaarschrift is bij ons college terecht
gekomen en wij hebben op 25 maart jl. via gedeputeerde staten een verweer
schrift ingediend.
Geruime tijd daarna hebben we niets vernomen vervolgt spreker. Het ver
weerschrift wachtte op het advies van gedeputeerde staten en daarna zou
een besluit van de Kroon volgen. Van de commissaris van de koningin kwamen
we te weten, wanneer het advies op het verweerschrift werd doorgezonden.
Daarbij raadde de commissaris der koningin aan overleg te plegen met het
bestuur der school. Burgemeester en wethouders hebben zich over dat voorstel be
raden en zij hebben besloten overleg niet van de hand te wijzen. V/ij zijn op
het voorstel ingegaan, mits het overleg zou plaats vinden onder voorzitter
schap van de commissaris der koningin of een lid van gedeputeerde staten.
Het overleg dat inmiddels op 4 ju$i 1963 heeft plaats gehad stond onder
voorzitterschap van de commissaris der koningin en daarbij waren aanwezig
een lid van gedeputeerde staten, de burgemeester en spreker zelf namens de
gemeente en het voltallige bestuur der muziekschool plus een notuleur.
Beide partijen verklaarden zich op verzoek van de commissaris der koningin
bereid met elkaar de situatie te bespreken.
De burgemeester heeft uiteengezet de oorzaken die tot het conflict geleid
hebben en wat er daarna nog gebeurd is, van de zijde van het bestuur, het
welk het vertrouwen in het bestuur niet heeft versterkt
De commissaris der koningin heeft daarna een theoretische beschouwing ge
geven over het coöptatie-stelsel. Hij achtte een afzwakking van dit stelsel
zeker noodzakelijk. Hij suggereerde bijv. het dagelijks bestuur te laten
benoemen door een algemeen bestuur van brede samenstelling.
De commissaris der koningin heeft toen een compromis voorgesteld in de